● Accu aansluiten. (
14.19)
● Afdekking stuurkolom monteren.
(
14.17)
14.21 Accu laden
Kans op letsel!
Voor het opladen van de accu met
behulp van andere laadsystemen
moet de accu worden uitgebouwd.
Neem de specificaties op het
bijblad van de accu en het
oplaadapparaat in acht.
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
12.3)
● Contactsleutel eruit trekken en op een
veilige plek bewaren.
● Accu uitbouwen (
14.20) en met
behulp van een overeenkomstig
laadsysteem opladen.
14.22 Smeren
De beide voorste fusees boven de
smeernippels op de vooras met standaard
verkrijgbaar smeervet smeren.
Smering:
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
12.3)
● Contactsleutel eruit trekken en op een
veilige plek bewaren.
● Handrem aantrekken. (
● Vooras ontlasten door deze te
ondersteunen (optillen). (
● Smeernippels schoonmaken.
224
Met behulp van een vetspuit (niet
meegeleverd) aan beide kanten via de
smeernippels (1) smeervet erin spuiten
totdat er bij de fusees iets vet uitstroomt.
● Uitgestroomd smeervet verwijderen.
● Ondersteuning van de vooras
verwijderen.
14.23 Verbrandingsmotor
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange gebruiksduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de motorolie te verversen en
het luchtfilter te vervangen.
8.10)
14.24 Transmissie
De transmissie is voor de gebruiker
14.10)
onderhoudsvrij.
Bij inspectie van de machine door de
vakhandelaar worden noodzakelijke
onderhoudswerkzaamheden aan de
transmissie uitgevoerd.
14.25 Opslag
● Apparaat in een droge en stofarme
ruimte opslaan, buiten het bereik van
kinderen of onbevoegde personen.
● Eventuele storingen aan het apparaat
moeten in de regel vóór het opbergen
worden verholpen, zodat de machine
altijd veilig kan worden gebruikt.
● Brandstofkraan sluiten. (
● Contactsleutel uittrekken en zorgvuldig
bewaren zodat onbevoegde personen,
met name kinderen, de sleutel niet
kunnen bemachtigen.
14.26 Stilleggen bij langere
onderbrekingen (bijvoorbeeld
winterpauze)
● Reinig zorgvuldig alle buitendelen van
de verbrandingsmotor en het apparaat,
vooral de koelvinnen.
● Smeer alle bewegende delen goed in
met olie of vet.
● Brandstof uit de brandstoftank aftappen
en carburator ledigen (bijvoorbeeld
door leegrijden).
● Handrem aantrekken. (
● Volg de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor op.
● Ververs de motorolie (zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). (
● Accu loskoppelen. (
14.19)
● Accu helemaal opgeladen veilig in een
koele, droge ruimte opslaan.
0478 193 9904 A - NL
14.15)
8.10)
14.14)