● Inhoud van de motorolie controleren
volgens gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor – indien nodig
motorolie bijvullen. (
14.14)
14.14 Motorolie verversen
Gevaar voor verbranding door
hete motorolie!
Vóór het bijvullen of verversen van
de motorolie de verbrandingsmotor
volledig laten afkoelen.
Voor informatie over motorolie en
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u naar de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Voer gebruikte olie af conform de
wettelijke bepalingen.
Verversingsintervallen voor olie:
De aanbevolen intervallen voor het
verversen van olie vindt u in de
gebruiksaanwijzing voor de
verbrandingsmotor.
Motorolie aftappen:
● Schakel de verbrandingsmotor uit en
laat deze afkoelen (handwarm).
(
12.3)
● Handrem aantrekken. (
● Uitwerpkanaal demonteren. (
● Opbergvak openen. (
● Motorolie via de olieaftapklep (boven
het achterwiel rechts) zoals beschreven
in gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor aftappen.
220
Motorolie bijvullen:
● Motorolie zoals beschreven in de
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor
bijvullen – een geschikte trechter en
een slang (wordt niet meegeleverd)
gebruiken.
● Opbergvak sluiten (
uitwerpkanaal monteren. (
14.15 Brandstofkraan
Door de brandstofkraan open en
dicht te draaien, wordt de
brandstofstroom in de
brandstofleiding vrijgegeven of
onderbroken.
De brandstofkraan bevindt zich achter het
achterwiel links.
● Verbrandingsmotor
uitschakelen. (
● Handrem aantrekken. (
8.10)
14.5)
14.11)
14.11) en
14.6)
12.3)
8.10)
De brandstofkraan (1) wordt geopend of
gesloten door aan het verstelventiel (2) te
draaien.
14.16 Afdekking van de stuurkolom
demonteren
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
12.3)
● Handrem aantrekken. (
● De contactsleutel eruit trekken en op
een veilige plek bewaren.
0478 193 9904 A - NL
8.10)