PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens om reparatie te vragen, voert u eerst uw eigen inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet wordt
beschreven in deze gebruiksaanwijzing, mag u niet proberen het gereedschap te demonteren. In plaats daarvan
vraagt u een erkend Dolmar/Makita-servicecentrum dat altijd Dolmar/Makita-vervangingsonderdelen gebruikt, om
het gereedschap te repareren.
Probleemomschrijving
De motor start niet.
Motor stopt snel.
Motortoerental neemt niet toe.
Gasklep keert niet terug naar statio-
nair toerental.
De motor stopt niet.
Laat de motor stationair draaien
en zet de chokehendel in de gesloten
stand.
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
Opvoerpomp is niet gebruikt.
Trekstarthandgreep te langzaam
uitgetrokken.
Onvoldoende brandstof.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofslang geknikt.
Brandstof verslechterd.
Buitensporig veel brandstof
aangezogen.
Bougiekap is losgeraakt.
Bougie vervuild.
Onjuiste elektrodeafstand van bougie.
Andere probleem met de bougie.
Probleem met de carburateur.
Trekstarthandgreep kan niet worden
uitgetrokken.
Probleem met inwendige onderdelen
van motor.
Onvoldoende opgewarmd.
Chokehendel staat in de gesloten stand
terwijl de motor al warm is.
Brandstoffilter verstopt.
Vervuild of verstopt luchtfilter.
Bedieningskabel is losgeraakt.
Probleem met inwendige onderdelen
van motor.
Verkeerde stand van gasklep.
Losgeraakte aansluitstekker.
Probleem met het elektrisch systeem.
103 NEDERLANDS
Oplossing
Druk 7 tot 10 keer.
Trek hard.
Vul brandstof bij.
Reinig het brandstoffilter of vervang hem door een
nieuwe.
Haal de knik uit de brandstofslang.
Verslechterde brandstof maakt de motor moeilijker
te starten. Vervang door nieuwe. (Aanbevolen
vervangingstijd: 1 maand)
Zet de gashendel van gemiddeld naar hoog toe-
rental en trek aan de trekstarthandgreep totdat
de motor start. Als de motor nog steeds niet start,
verwijdert u de bougie, droogt u de elektroden en
brengt u de bougie weer op zijn plaats aan. Start
daarna volgens de instructies.
Maak stevig vast.
Reinig de bougie.
Stel de elektrodeafstand af.
Vervang de bougie.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspec-
teren en te repareren.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspec-
teren en te repareren.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspec-
teren en te repareren.
Laat de motor goed warmdraaien.
Zet in de geopende stand.
Reinig het brandstoffilter.
Reinig het luchtfilter.
Bevestig de bedieningskabel stevig.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspec-
teren en te repareren.
Verander de positie van de bedieningskabel.
Pas de stand van de gasklep aan door de kabelaf-
stelbout te draaien.
Bevestig de aansluitstekker stevig.
Vraag ons erkende servicecentrum om dit te inspec-
teren en te repareren.