5 Inwerkingstelling
5.1 Vóór de inwerkingstelling
Vóór de inwerkingstelling / eerste inwerkingstelling
•
De levering, de instructies over veiligheidsvoorschriften, handhaving en onderhoud en de eerste inwerkingstelling worden normaal door een bevo-
egde vakman uitgevoerd. Indien niet, is de exploitant voor de instructies aan de gebruikers verantwoordelijk.
•
Juwelen zoals bv. ringen en kettingen moeten worden uitgedaan.
5.2 Tijdens de werking
•
Bij stilstand van de machine moet het borstelaggregaat meteen worden uitgeschakeld, opdat geen schade aan de vloerbedekking zou ontstaan
•
Borstels, pads en ander toebehoren uitsluitend volgens de gebruiksaanwijzing met overeenkomstige afbeeldingen gebruiken
Machine en delen in beweging
•
Door de rijbeweging en in de buurt van de draaiende borstels/pads bestaat een risico tot verwonding
•
Niet met de handen tussen de borstels/pads of de wielen grijpen of de voeten ertussen houden
•
Niet met kledij, juwelen of haar in contact brengen
6 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR REINIGINGSMACHINES MET BATTERIJVOEDING
•
Batterijen bevatten bijtend zwavelzuur. Niet innemen! Huid- en oogcontact in ieder geval vermijden
•
Tijdens het laden van tractiebatterijen moet de batterijruimte geopend zijn. Indien niet, bestaat er ontploffingsgevaar door knalgas. Gevaar van
ernstige verwondingen
•
Onderhoudsvrije en tractiebatterijen mogen uitsluitend met een daarvoor geschikt laadtoestel worden geladen
•
Hanteer in de buurt van de batterijen nooit met open vuur of met gloeiende voorwerpen
•
Veroorzaak in de buurt van de batterijen geen vonkvorming
•
Absoluut rookverbod
•
Onderhoudsvrije batterijen mogen niet worden geopend. Er mag geen gedestilleerd water worden bijgevuld
•
De polen van de batterij mogen nooit met de hand worden aangeraakt
•
De contacten moeten afgedekt zijn om een kortsluiting door overbrugging met metaal (bv. met steeksleutels) te vermijden
•
Voor reiniging en onderhoud of bij vervanging van toebehoren en onderdelen moet de machine steeds van de batterij worden gescheiden door de
laadstekker van de batterij uit te trekken
•
De machine mag niet met hogedrukreinigers, stoomdrukreinigers of vloeistofstralen worden gereinigd
•
Bij machines met een onboard laadtoestel mogen geen wijzigingen aan de 230V kabels worden uitgevoerd! Er mogen vooral geen
elektrische aansluitklemmen worden afgetrokken resp. geopend of geen aardingskabels worden verwijderd! Toestellen met
beschadigde toevoer mogen niet in werking worden gesteld!
Vermijden van volledige batterijontladingen
Als de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet de batterij eerst steeds volledig worden opgeladen om volledige batteri-
jontlading te voorkomen en daarna moeten de elektrische componenten van de batterij worden losgemaakt door de laadstekker uit te
trekken. Ontladingen van meer dan 80% van de nominale capaciteit, dus een batterij die slechts voor 20% of minder is opgeladen, zijn volledi-
ge batterijontladingen. Een verkorting van de levensduur of zelfs een volledige uitval van de batterij zijn mogelijke gevolgen. Uw recht op
garantie kan u bij volledige batterijontladingen of uitval niet meer doen gelden.
7 ONDERHOUD EN HERSTELLING
In de fabriek wordt de veiligheid van onze producten gecontroleerd. Om bedrijfsveiligheid en behoud van waarde te kunnen garanderen moet 1 keer per
jaar of na 400 uren gebruik een service worden uitgevoerd. De service mag uitsluitend door onze servicedienst of door bevoegd vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
44