NL
apparaat zich in een veilige werkpositie be-
vindt.
■
Grasvanger regelmatig controleren op wer-
king en slijtage.
8.2
Apparaat en maaiwerk reinigen
LET OP!
Gevaar door water
Water in het apparaat leidt tot kortsluitin-
gen en vernieling van de elektrische on-
derdelen.
■
Spuit het apparaat niet met water af.
■
Gebruik voor het reinigen uitsluitend
een handveger of en borstel.
1. Motor stoppen (zie Hoofdstuk 6.2 "Motor star-
ten en stoppen (11)", pagina 55).
2. Accu eruit trekken.
3. Grasvanger loshaken.
4. Kantel het apparaat opzij en reinig het maai-
mechanisme met een handveger of een bor-
stel.
8.3
Messen controleren en vernieuwen
WAARSCHUWING!
Ernstig letsel door wegslingerende
mesdelen
Een versleten, gebroken of beschadigd
snijmes kan breken en delen ervan kun-
nen veranderen in gevaarlijke projectie-
len.
■
Controleer het snijmes regelmatig
op beschadigingen.
■
Gebruik de grasmaaier niet als het
snijmes versleten of beschadigd is.
■
Laat botte of beschadigde snijmes-
sen alleen door een AL-KO service
centre of door een geautoriseerd ge-
specialiseerd bedrijf slijpen of ver-
nieuwen.
■
Om trillingen te voorkomen, moeten het snij-
mes en de messchroef altijd samen worden
vervangen.
■
Opnieuw geslepen messen moeten uitgeba-
lanceerd worden. Niet-uitgebalanceerde
messen leiden tot hevige trillingen en be-
schadigen het apparaat.
58
8.4
Bowdenkabel van de wielaandrijving
(optie) afstellen (17)
Als de wielaandrijving bij een draaiende motor
niet meer kan worden ingeschakeld, is de bow-
denkabel te lang geworden en moet hij aange-
spannen worden.
VOORZICHTIG!
Risico op letsel
Scherpe en draaiende onderdelen (bijv.
mes) en een plots startende grasmaaier
kunnen letsel veroorzaken.
■
Pas de bowdenkabel alleen bij uitge-
schakelde motor aan.
1. Apparaat stoppen en wachten tot het maai-
werk stilstaat.
2. Draai de stelwartel (17/1) aan de bowdenka-
bel een stukje in de richting van de pijl (17/a).
3. Om de afstelling van de bowdenkabel te con-
troleren start u de motor en probeert u de
wielaandrijving in te schakelen.
4. Wanneer de wielaandrijving dan nog niet
werkt, brengt u de grasmaaier naar een ser-
vicepunt of een erkend gespecialiseerd be-
drijf.
8.5
Reparatiewerkzaamheden
WAARSCHUWING!
Letselgevaar bij reparatiewerkzaam-
heden
Ondeskundige reparaties kunnen ernstig
letsel en schade aan het apparaat ver-
oorzaken.
■
Reparatiewerkzaamheden alleen la-
ten uitvoeren in servicewerkplaatsen
van AL-KO of bij geautoriseerde
montagebedrijven!
In de volgende gevallen moet u een servicepunt
van AL-KO opzoeken:
■
Motor start niet meer.
■
Apparaat is tegen een obstakel aan gereden.
■
Mes en/of motoras zijn verbogen.
■
Apparaat trilt en loopt onrustig.
■
Accu lekt of is beschadigd.
42.9 Li – 42.9 Li SP – 46.9 Li SP
Onderhoud en verzorging