BEDIENINGSORGANEN EN INSTELLINGEN
BEDIENINGSPANEEL (AFB.5)
•
De elektronische centrale maakt het
mogelijk om alle functies die op het starten
en uitschakelen van de compressor
betrekking hebben, te beheren. Bovendien
signaleert deze centrale eventuele storingen
en verstrekt het informatie over de tijden van
werking en over de afwikkeling van het
.
onderhoud
1) Display waarop de informatie weergegeven
wordt.
2) OK-toets: te gebruiken om de instellingen
te bevestigen (zie de paragraaf "Te wijzigen
parameters")
3) Pijltjestoetsen: te gebruiken om de menu's
langs te lopen.
4) Lampje alarmmelding: de inschakeling
van het lampje, gevolgd door een eventuele
blokkering van de compressor, duidt op de
noodzaak onderhoud uit te voeren of duidt op
een storing. Raadpleeg de paragraaf "Alarmberichten" om de uit te voeren ingreep op te zoeken.
5) Reset-toets: te gebruiken om een alarm uit te zetten (zie de paragraaf "Alarmberichten)
6) ON/I-toets: inschakeling machine.
De cyclus van inschakeling bestaat uit drie fasen.
•
Wachten op start: het bericht (STAND-BY) wordt getoond: indien de compressor uitgeschakeld is, zullen er 15 seconden
verstrijken voordat de cyclus van start gaat, anders blijft de compressor wachten op het verzoek om lucht door de druktransductor.
•
Start: de compressor wordt gestart in de configuratie "ster" en het bericht (LEEG) wordt getoond
•
Start op snelheid: na vijf seconden wordt de configuratie van ster in driehoek veranderd.
Na twee seconden, en indien de transductor hierom verzoekt, wordt de elektroklep voor het laden geprikkeld en wordt het
bericht (LADING) getoond.
N,B. De beschreven cyclus is geldig voor compressoren met een starter met afstandsbediening. Voor de machines met
rechtstreekse start zal de compressor onmiddellijk na de (STAND-BY) fase van start gaan.
7) OFF/0-toets: uitschakeling machine.
De vrijgave voor de inschakeling van de elektroklep voor de lading wordt onderbroken. De lege cyclus gaat van start en het
bericht (LEEG) wordt knipperend weergegeven. Aan het einde van de lege cyclus wordt de compressor uitgeschakeld en wordt
het bericht "OFF" getoond.
8) Noodstopschakelaar: te gebruiken om de compressor plotseling uit te schakelen. Alleen te gebruiken in daadwerkelijk
geval van nood.
9) Werkingsschema / memo onderhoudswerkzaamheden.
WERKINGSTIJDEN
Werking op de automatische stand
•
De werking van de compressor wordt geregeld door de frequentieregelaar, d.w.z. bij een vaste drukwaarde
(fabrieksinstelling) werkt de compressor continu en wordt de rotatiefrequentie van de motor automatisch geregeld zodat in
ieder geval aan de vraag om perslucht voldaan wordt en dus aan de werkelijke eisen van de gebruiker.
Als er niet om perslucht gevraagd wordt gaat de compressor op de ingestelde minimum frequentie staan.
Bij het bereiken van de "onbelaste" druk - berekend op basis van de formule: werkingsdruk + (werkingsdelta/2) - wordt de
uitschakelprocedure gestart waarbij de melding "STAND-BY" weergegeven wordt.
Het opnieuw starten van de compressor zal op een drukwaarde plaatsvinden die berekend wordt op basis van de formule:
werkingsdruk - (werkingsdelta/2).
STARTEN/UITSCHAKELEN MET AFSTANDSBEDIENING
•
Het is mogelijk om via de (optioneel verkrijgbare) software de compressor op afstand te besturen (de afstandsbediening
is alleen actief indien de centrale op de machine op "ON" gezet is).
•
Deze functie kan ook beheerd worden via het "remote" contact op de klemmenstrook van de centrale. In dit geval wordt
de werking van de manuele bedieningsorganen echter buitengesloten en het onverhoeds starten van de compressor kan dan
ongevallen veroorzaken aan het personeel dat zich eventueel in de nabijheid van de machine bevindt.
De fabrikant stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor schade die veroorzaakt wordt door de afwezige signalering van de
mogelijkheid dat een herstart op afstand van de compressor kan plaatsvinden.
Elke wijziging moet uitsluitend door een gespecialiseerde technicus uitgevoerd worden.
NL
5
9 9 9 9 9