zodat de zitbekleding uitvouwt en de zitbuis zich neerwaarts
beweegt. De zitbekleding moet geheel uitgevouwen zijn en
strak staan ;
- Vervolgens zet u de rolstoel op de rem, zwenkt u de
voetsteunen / beensteunen weg en controleert u de afstand
tussen de voetplaten en de grond (afstand voetplaat / grond
- zie § B-2.1.4) U kunt nu in de rolstoel gaan zitten.
2.1.2 Invouwen van de rolstoel (figuren 19 en 20) :
- Klap de voetplaten op langs de voetsteunen / beensteunen ;
- Pak de voor- en achterkant van de zitbekleding beet en til de
zitbekleding op.
NL10
Waarschuwing :
De rolstoel dient te worden ingevouwen met de zitbekleding
naar boven.Anders bestaat de kans op beschadiging van het
materiaal.
19
2.2 Voortbewegen van de rolstoel
Het voortbewegen van de rolstoel wordt bereikt door
de hoepels, welke aan de wielen zijn gemonteerd, voort
te duwen. De hoepels kunnen worden ingesteld naar uw
wens om ze correct te kunnen grijpen.Tevens zijn er opties
mogelijk om de grip op de hoepels te verbeteren.
Uw vakkundig adviseur is in staat u te adviseren omtrent de
voor u beste methode van voortbewegen, passend bij uw
beperking.
Wielaanpassingen (zie paragraaf 2.2.2) mogen alleen worden
uitgevoerd op aanwijzing van een deskundig persoon die
de gevolgen van veranderingen aan de configuratie van de
rolstoel volledig heeft ingeschat.
2.3. De rolstoel optillen
Vouw de stoel eerst op (zie paragraaf 2.1.2), til de rolstoel
altijd op door het frame vast te pakken op de punten (A) die
in afbeelding 21 zijn getoond.
A
20
Waarschuwing : Til de
rolstoel nooit aan verwijderbare
delen op (armsteunen,
voetsteunen). Zorg ervoor dat de
handvaten op de rugleuning stevig
op hun plaats zitten.
21