Nederlands
–
Voor een veilige bediening moeten
de handgrepen schoon en droog,
alsmede vrij van olie en vuil zijn
–
De staat van het schoepenwiel en
het blaasventilatorhuis controleren
– zie "Gebruik"
Slijtage aan het blaasventilatorhuis
(scheurtjes, breuken) kan tot letsel
leiden door naar buiten toe
weggeslingerde voorwerpen. Bij
beschadigingen aan het
blaasventilatorhuis contact opnemen
met een geautoriseerde dealer – STIHL
adviseert de STIHL dealer
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
Elektrische aansluiting
Kans op stroomschokken voorkomen:
–
De spanning en de frequentie van
het apparaat (zie typeplaatje)
moeten corresponderen met de
spanning en de frequentie van het
elektriciteitsnet
–
De netkabel, de netsteker en de
verlengkabel op beschadigingen
controleren. Beschadigde kabels,
contrastekers en stekers of
netkabels die niet aan de
voorschriften voldoen mogen niet
worden gebruikt
–
Elektrische aansluiting alleen op de
volgens voorschrift geïnstalleerde
contactdoos
–
Isolatie van de net- en verlengkabel,
steker en contrasteker in goede
staat
De net- en verlengkabel correct
neerleggen:
214
–
Op de minimale doorsnede van de
afzonderlijke aders letten – zie
"Apparaat elektrisch aansluiten"
–
De netkabel zo neerleggen en
markeren, dat deze niet kan worden
beschadigd en er niemand in
gevaar kan worden gebracht – kans
op struikelen!
–
De steker en de contrasteker van de
verlengkabel moeten
spatwaterdicht zijn en zo worden
neergelegd dat deze niet met water
in aanraking kunnen komen – de
steker en de contrasteker van de
verlengkabel mogen niet in het
water liggen
–
Niet langs randen, punten of
scherpe voorwerpen laten schuren
–
Niet in deur- of raamsponningen
inklemmen
–
Bij in elkaar gedraaide kabels – de
netsteker uit de contactdoos
trekken en de kabels uit de knoop
halen
–
De kabelhaspel altijd geheel
afwikkelen, om brandgevaar door
oververhitting te voorkomen
Als bladblazer gebruiken
De bladblazer is geconstrueerd voor
eenhandsbediening. Het apparaat kan
door de gebruiker met de rechter- of
linkerhand aan de bedieningshandgreep
worden gedragen.
Het apparaat altijd stevig vasthouden.
Alleen stapsgewijs voorwaarts werken –
de luchtuitstroomopening van de
blaaspijp altijd in het oog houden – niet
achteruit lopen – kans op struikelen!
Het apparaat alleen met een
compleet gemonteerde blaaspijp
in gebruik nemen – kans op
letsel!
De ronde blaasmond is vooral geschikt
bij gebruik in oneffen terrein (bijv.
grasvelden en gazons).
De platte blaasmond (met het apparaat
meegeleverd of als speciaal toebehoren
leverbaar) levert een vlakke
luchtstroom, die gericht en
gecontroleerd kan worden gebruikt,
vooral voor het schoonvegen van egale
vlakken die zijn bedekt met houtspanen,
blad, afgemaaid gras of iets dergelijks.
BGE 61, BGE 71, BGE 81, SHE 71, SHE 81