WAARSCHUWING
○ Struikel niet over obstakels zoals boomstronken, wortels,
stenen, takken en gevelde bomen. Pas op voor gaten en
greppels. Wees zeer voorzichtig bij werkzaamheden op
hellingen of oneff en terrein.
Zet de motor uit wanneer u naar een andere werkplek gaat.
Zaag altijd met de gashendel helemaal open. Een
langzaam bewegende ketting zal makkelijker vastlopen
en de kettingzaag doen schokken of zelfs terugslaan.
○ Gebruik de kettingzaag in geen geval met één hand.
U kunt de kettingzaag dan nooit goed hanteren en u kunt
gemakkelijk de controle verliezen en daardoor ernstig
letsel oplopen.
Houd de behuizing van de kettingzaag dicht bij uw
lichaam voor een betere controle en om een te hoge
belasting te voorkomen.
Wanneer u zaagt met het onderste deel van de ketting,
zal de kettingzaag van u weg worden getrokken, als het
ware het hout in.
De kettingzaag zelf bepaalt de zaagsnelheid en het
zaagsel wordt in uw richting geworpen. (Afb. 22)
○ Wanneer u zaagt met het bovenste deel van de ketting,
duwt de ketting de kettingzaag juist naar u toe, dus weg
van het hout dat u aan het zagen bent. (Afb. 23)
○ Er is een risico op terugslag als de kettingzaag zo ver wordt
geduwd dat er met de punt van het zwaard wordt gezaagd.
Het is het veiligst om met de onderkant van het zwaard
en de ketting te zagen. Zagen met de bovenkant maakt
het hanteren en controleren van de kettingzaag veel
moeilijker en verhoogt het risico op terugslag.
○ Zodra de ketting vastloopt moet u de gashendel loslaten.
Als de motor met hoge snelheid blijft draaien terwijl
de rem aangrijpt, zal de koppeling oververhit raken,
waardoor problemen zullen ontstaan.
OPMERKING
Houd de schorssteun, indien aanwezig, tegen de stam,
want de ketting kan plotseling de boom in worden
getrokken.
KAPPEN
Goed kappen is meer dan gewoon even een boompje
omzagen. De kunst is de boom te laten vallen op de gewenste
plek, zonder de boom zelf of iets anders te beschadigen.
Voor u een boom gaat kappen, moet u alle omstandigheden
die invloed hebben op de richting waarin de boom zal vallen
in aanmerking nemen, zoals:
De richting waarin de boom zelf al helt. De vorm van de kruin.
Eventuele sneeuw op de kruin.
Windrichting en -sterkte. Obstakels in het bereik van
de boom (bijv. andere bomen, stroomleidingen, wegen,
gebouwen enz.).
WAARSCHUWING
○ Houd altijd rekening met de toestand van de boom
zelf. Let op verval en rot in de stam, waardoor de stam
kan breken en vallen voor u het verwacht en in een
onverwachte richting.
○ Let op dode takken die makkelijk af kunnen breken terwijl
u aan het werk bent en op u kunnen vallen.
Houd mensen en dieren op een afstand van minstens
twee keer de lengte van de boom terwijl u de boom aan
het kappen bent. Haal struiken en takken rond de boom
van tevoren weg.
Bereid een ontsnappingsweg voor, weg van de richting
waarin de boom zal worden geveld.
BASISREGELS VOOR HET KAPPEN VAN BOMEN
Normaal
gesproken
handelingen, namelijk het zagen van inkepingen en het
maken van de zaagsnede die de boom velt. Begin met de
bovenste zaagsnede van de inkeping aan de kant van de
boom in de gewenste valrichting. Kijk langs de onderste
zaagsnede van de inkeping of u niet te diep in de stam
zaagt. De inkeping moet diep genoeg zijn om een voldoende
breed en sterk scharnier te vormen. De inkeping moet breed
genoeg zijn om de val van de boom zo lang mogelijk te
kunnen blijven sturen. Zaag de velsnede vanaf de andere
kant van de stam 3-5 cm (1-2 inch) boven de punt van de
inkeping. (Afb. 24)
24. Velrichting
25. 45° minimum hoek van de inkeping
26. Scharnier
27. Velsnede
Zaag de stam nooit helemaal door. Laat altijd een strook
hout over die als scharnier kan dienen.
Dit scharnier stuurt de val van de boom. Als de stam
helemaal door wordt gezaagd, heeft u geen controle meer
over de richting waarin de boom zal vallen.
Sla ruim voordat de boom zijn stabiliteit verliest en begint te
bewegen een wig of velhefboom (koevoet) in de zaagsnede.
Hierdoor voorkomt u dat het zwaard klem komt te zitten
in de zaagsnede wanneer u de velrichting verkeerd heeft
ingeschat. Zorg ervoor dat er geen mensen in de valzone
zijn voor u de boom omduwt.
VELSNEDE BIJ EEN STAMDIAMETER VAN MEER DAN
TWEE KEER DE LENGTE VAN HET ZWAARD
Zaag een fl inke, brede inkeping. Maak vervolgens een
zaagsnede in het midden van de stam, vanaf de punt van de
inkeping. Laat altijd een strook hout over als scharnier aan
beide zijden van de middensnede. (Afb. 25)
Zaag tenslotte rondom de holte in het midden van de stam
om de boom te vellen, zoals op Afb. 26.
WAARSCHUWING
Deze werkwijze is zeer gevaarlijk, omdat er met de punt
van het zwaard moet worden gewerkt en er dus een
terugslag kan optreden.
Deze technieken mogen alleen worden toegepast door
geschoolde vaklui.
TAKKEN VERWIJDEREN
In dit geval bedoelen we het verwijderen van de takken van
een gevelde boomstam.
WAARSCHUWING
De meeste ongelukken door terugslag gebeuren bij het
verwijderen van takken.
Gebruik in geen geval de punt van het zwaard. Wees
zeer voorzichtig en vermijd de stam, andere takken
of voorwerpen met de punt van het zwaard. Wees
zeer voorzichtig met gebogen takken. Deze kunnen in
onverwachte richtingen wegspringen zodat u de controle
verliest, wat kan leiden tot letsel. (Afb. 27)
Sta aan de linkerkant van de stam. Zorg ervoor dat u stevig
staat en laat de kettingzaag op de stam rusten. Houd de
kettingzaag dicht bij uw lichaam zodat u er volledige controle
over heeft. Blijf uit de buurt van de ketting. Beweeg alleen met
de stam tussen u en de ketting. Pas op voor wegspringende
gebogen takken.
AFZAGEN VAN DIKKE TAKKEN
Bij het verwijderen van dikke takken kan het zwaard
gemakkelijk vastlopen. Gebogen takken kunnen plotseling
breken en wegspringen, dus u kunt dergelijke takken het
best in kleinere stappen doorzagen. Pas dezelfde principes
toe als bij het kappen van een boom. Denk vooruit en blijf
letten op de mogelijke gevolgen van wat u doet.
51
Nederlands
bestaat
het
kappen
uit
twee