Vraag
Werkstukken met verschillende eigenschappen.
Oplossing
Eerst bufferlaag aanbrengen.
Koude scheuren
Vraag
Vocht in het lasmateriaal.
Oplossing
Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
Het lasmateriaal altijd in goede staat houden.
Vraag
Speciale meetkundige vorm van het te lassen werkstuk.
Oplossing
Het werkstuk voorverwarmen.
Het werkstuk naverwarmen.
Volg de juiste werkmethode voor het betreffende
las werk.
In geval van twijfel of problemen aarzel niet contact op te
nemen met uw leverancier.
6 ALGEMENE INFORMATIE OVER HET LASSEN
MET CONSTANTE DRAADTOEVOER
6.1 Inleiding
Een MIG systeem bestaat uit een gelijkstroom stroombron, een
toevoereenheid, een draadspoel een toorts en gas.
Handbediende lasinstallatie
De stroom wordt op de boog overgebracht door middel van een
afsmeltende elektrode (draad met positieve polariteit); in deze
procedure wordt het gesmolten metaal door een boog overge-
bracht op het te lassen werkstuk.
De draadtoevoer is nodig om de gesmolten toevoegdraad tij-
dens het lassen aan te vullen.
6.1.1 Werkmethoden
Bij het Mig lassen onder beschermend gas zijn twee over-
drachtssystemen nodig die gerangschikt kunnen worden naar
de manier waarop metaal wordt overgebracht van de elek-
trode naar het werkstuk. De eerste is methode is "KORTSLUIT
BOOGLASSEN" (Short-Arc) ,en hierbij komt de elektriciteit
direct in aanraking met het lasbad, waardoor een kortsluiting
veroorzaakt wordt waarbij de draad als zekering optreedt en
de boog onderbroken wordt. Vervolgens gaat de boog weer
brandenen wordt de cyclus herhaald. (fig. 1a)
Fig. 1a
Fig. 1b
SHORT cyclus (a) en SPRAY ARC lassen (b)
Een andere methode voor de overdracht van de druppels vindt
plaats bij het zogenaamde "SPROEI BOOGLASSEN" (Spray-Arc)
.Hierbij komen de druppels van de elektrode los en komen pas
later in het smeltbad terecht. (fig. 1b)
6.1.2 Lasparameters
De zichtbaarheid van de boog vermindert de noodzaak voor de
lasser om de regeltabellen streng in het oog te houden omdat
hij het smeltbad direct kan controleren.
- De stroomspanning beïnvloed direct het ontstaan van de
druppel, maar de afmeting van de lasdruppel kan variëren al
naar gelang het handmatig bewegen van de toorts om varia-
bele afzettingen te krijgen met constante stroomspanning.
- De snelheid van de draadtoevoer is in verhouding met de
lasstroom.
Fig. 2 en 3 tonen de verhoudingen tussen de verschillende
parameters.
Fig. 2 Diagram voor de optimale keuze van de beste werkom-
standigheden.
Fig. 3 Verhouding tussen de snelheid van de draadtoevoer en
de stroomsterkte (smelteigenschap) met betrekking tot de draad
diameter.
111