• Cierre el circuito de realimentación
- conectando a Y6 los contactos de los
contactores externos de la salida sin
retardo 14
- conectando a Y7 los contactos de los
contactores externos de la salida con
retardo 24
Si las dos salidas son iguales, p.ej. ambas
tienen retardo, entonces es posible
conectar en fila a Y6 o a Y7 los contactos
del circuito de realimentación.
¡Atención! No conecte los contactos
de los contactores externos en fila
hacia el circuito de rearme.
Se supervisan los dos circuitos de
realimentación. Como máximo 150 ms
después de desconectar la salida
correspondiente tiene que estar cerrado
de nuevo el circuito de realimentación.
Utilización del dispositivo de seguridad
de forma aislada
Téngase en cuenta lo siguiente:
Si desea utilizar el dispositivo PNOZ e1vp
aislado, realice el cableado tal y como se
efectúa con la vinculación disyuntiva (O)
(véase "Vinculación de dispositivos de
seguridad").
Vinculación de dispositivos de seguridad
Al vincular varios dispositivos hay que tener
en cuenta:
• La vinculación de PNOZ e1p está
permitido sólo a partir de la versión 3.0.
• Las salidas de seguridad a las que hay
conectadas cargas pueden conectarse
adicionalmente con las entradas de
seguridad de como máx. 4 dispositivos
PNOZelog.
• Se permite llevar a cabo vínculos Y/O
exclusivamente con salidas de seguridad
de dispositivos PNOZelog de Pilz. La
categoría según EN 954-1 del conjunto de
la interconexión viene determinada por el
dispositivo con la menor categoría.
• Todos los dispositivos vinculados tienen
que estar conectados a la misma tensión
de alimentación.
Vinculación Y/O
¡Advertencia! La señal de salida
de un dispositivo PNOZelog en la
entrada O puentea la función de
seguridad del dispositivo. Las salidas
de seguridad conducen entonces
independientemente del estado de
los circuitos de entrada.
• Collegare il circuito di retroazione
- collegando i contatti di relè esterni
dell'uscita non ritardata 14 a Y6,
- collegando i contatti di relè esterni
dell'uscita ritardata 24 a Y7.
Se entrambe le uscite sono uguali, per
esempio entrambe sono ritardate, è
possibile collegare i contatti del circuito di
retroazione in serie a Y6 o a Y7.
Attenzione! Non collegare i contatti
dei relè esterni in serie con il circuito
di start.
Entrambi i circuiti di retroazione vengono
controllati. Al massimo dopo 150 ms dalla
disinserzione delle uscite il circuito di
retroazione deve essere nuovamente
chiuso.
Utilizzo singolo del modulo di sicurezza
N.B.:
se si utilizza il PNOZ e1vp singolarmente,
cablare come nel collegamento OR (vedi
"Collegamento di moduli di sicurezza").
Collegamento dei moduli di sicurezza
Per il collegamento di più dispositivi
osservare quanto segue:
• Il collegamento di PNOZ e1p è solo
consentito a partire dalla versione 3.0.
• Le uscite di sicurezza con carichi collegati,
possono essere collegate anche agli
ingressi di sicurezza fino ad un massimo di
4 dispositivi PNOZelog.
• Si possono eseguire collegamenti AND/
OR esclusivamente ad uscite di sicurezza
di dispositivi PNOZelog della Pilz. Il
dispositivo con la categoria più bassa
determina la categoria dello schema
generale secondo la norma EN 954-1.
• Tutti i dispositivi connessi devono essere
collegati alla stessa tensione di
alimentazione.
Collegamento AND/OR
Avvertenza! Il segnale di uscita di un
dispositivo PNOZelog sull'ingresso
OR, bypassa la funzione di sicurezza
del dispositivo. Le uscite di sicurezza
sono attive e quindi indipendenti dallo
stato dei circuiti d'ingresso.
- 6 -
• Sluit het terugkoppelcircuit door
- de contacten van externe magneet-
schakelaars van de niet-vertraagde
uitgang 14 op Y6 aan te sluiten
- de contacten van externe magneet-
schakelaars van de vertraagde uitgang
24 op Y7 aan te sluiten.
Als beide uitgangen gelijk zijn, b.v. allebei
vertraagd, kunt u de terugkoppelcircuit-
contacten in serie met Y6/Y7 aansluiten.
Let op! Sluit de contacten van de
externe magneetschakelaars niet in
serie met het startcircuit aan.
Beide terugkoppelcircuits worden bewaakt.
Uiterlijk 150 ms na het uitschakelen van de
betreffende uitgang moet het terugkoppel-
circuit weer gesloten zijn.
Veiligheidsrelais afzonderlijk gebruiken
Let u a.u.b. op het volgende:
Bedraad PNOZ e1vp bij afzonderlijk gebruik
als bij de OF-verbinding (zie "Veiligheids-
relais verbinden").
Veiligheidsrelais verbinden
Neem bij het verbinden van meerdere
apparaten de volgende zaken in acht:
• Het verbinden van PNOZ e1p is pas
vanaf versie 3.0 toegelaten.
• Veiligheidsuitgangen waaraan belastingen
zijn aangesloten, mogen worden verbon-
den met de veiligheidsingangen van max.
4 PNOZelog-apparaten.
• U mag uitsluitend veiligheidsuitgangen van
PNOZelog-apparaten van Pilz met de
logische functie EN/OF verbinden. Het
apparaat met de laagste categorie bepaalt
de categorie volgens EN 954-1 van de
complete schakeling.
• Alle verbonden apparaten moeten op
dezelfde voedingsspanning worden
aangesloten.
EN/OF-verbinding:
Waarschuwing! Het uitgangssignaal
van een PNOZelog-apparaat op een
OF-ingang overbrugt de veiligheids-
functie van het apparaat. De
veiligheidsuitgangen geleiden dan
onafhankelijk van de toestand van de
ingangscircuits.