Fig. C
len) wordt het smelten veroorzaakt van de elektrode, de
bekleding ervan vormt een beschermingsslak. Vervolgens
verder doen met lassen door de elektrode van links naar
rechts te bewegen en door een hellingshoek te vormen van
circa 60° tegenover het metaal, afhankelijk van de lasrich-
ting.
SOLDEERDELEN
Het te soldeeren deel moet altijd met de grond verbonden zijn
om eventuele elektromagnetische uitstotingen te voorkomen.
Het is ook noodzakelijk op te letten dat de verbinding met de
grond van het te soldeeren deel niet de kans op ongelukken
van de gebruiker of beschadigingen van de elektrische appa-
ratuur vergroot. Wanneer het nodig is het te soldeeren deel aan
de grond te verbinden is het raadzaam een direkte verbinding
te maken tussen het deel en het vloerputje. In de landen
waarin dit niet toegestaan is het te soldeeren deel aan de
grond verbinden met behulp van een condensator volgens de
van kracht zijnde normen.
Soldeeringsparameters
De tabel 3 geeft enige algemene aanwijzingen voor het kiezen
van de elektrode voor wat berteft de te soldeeren dikte. In de
tabel zijn de te gebruiken stroomwaarden met de respektieve-
lijke elektroden voor het soldeeren van veelvoorkomende ijzers
en verbindingen weergegeven. Deze gegevens hebben geen
absolute waarde maar zijn alleen ter orientatie; voor een
exacte keuze de aanwijzingen van de fabrikant van elektroden
opvolgen.
DIKTE VAN SOLDEERING
(mm)
1,5 ÷ 3
3 ÷ 5
5 ÷ 12
>= 12
De te gebruiken stroom hangt af van de soldeeringsposities,
van het type verbindingsstuk en variert in toenemende mate
door de dikte en de afmetingen van het te soldeeren deel. De
waarde van de intensiteit van de te gebruiken stroom voor de
verschillende soldeertypen, binnen het reguleringsveld weer-
gegeven in tabel 4 is:
• Hoog voor soldeeren op vlakte, frontale vlaktes of verticaal
opklimmende vlaktes.
Tabel 3
Ø ELEKTRODE (mm)
2
2,5
3,25
4
• Middelmatig voor de bovenhoofdse soldeeringen.
• Laag voor verticaal aflopend en voor het verenigen van delen
met geringe afmetingen die al voorverwarmd zijn.
Ø ELEKTRODE (mm)
1,6
2
2,5
3,25
4
Een vrij nauwkeurige aanwijzing van de middelmatige stroom
te gebruiken bij het soldeeren van elektroden voor normaal
ijzer wordt gegeven door de volgende formule:
waar:
I = intensitiet van de soldeerstroom
Øe = diameter van de elektrode
Voorbeeld:
diameter elektrode 4 mm
I = 50 x (4 –1) = 50 x 3 = 150A
TIG lassen (Fig. C)
TIG lassen smelt het metaal van het te lassen stuk door
gebruik te maken van een boog ontstoken met een wolfram-
elektode
Het smeltbad en de elektrode zijn beschermd door het gas
(Argon).
Dit kan nuttig zijn om fijne staalplaten te lassen en wanneer
een hoge kwaliteit vereist is.
1) Verbinding laskabel:
• De gasbuis aansluiten met het ene uiteinde aan de gas-
aanhechting geplaatst op de TIG pook DINSE en het
andere uiteinde aan de gasfles Argon en deze openen.
• Met machine uit:
- De aardingskabel verbinden aan de snelkoppeling aan-
geduid met het symbool +(positief).
- De relatieve aardingsklem verbinden aan het te lassen
stuk of aan het werkstukhoudervlak in een zone die vrij
is van roest, verf, vet, enz.
- De vermogenkabel van de TIG pook verbinden aan de
snelkoppeling aangeduid met het symbool - (negatief).
2) De lasstroom afstellen bij middel van de potentiometer
(Pos. 3, Fig. A).
31
STROOM (A)
30 ÷ 60
40 ÷ 75
60 ÷ 110
95 ÷ 140
140 ÷ 190
I = 50 x (Øe – 1)
2000HA29
Tabel 4