50A10 Omo Immobil
•
Achterste schouderluxatie
•
Schouderinstabiliteit
•
Osteoporose na een subcapitale humerusfractuur
•
Schouderprothese-implantaat
•
Rotatorenmanchet-plastic / impingementsyndroom van de schouder
50A11 Omo Immobil Rotation
•
Voorste schouderluxatie
•
Bankart-letsel
•
Labrumrefixatie na Bankart-laesie
3.3 Contra-indicaties
3.3.1 Absolute contra-indicaties
Niet bekend.
3.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de volgende klachten is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoenin
gen/-letsel, ontstekingen, hypertrofisch littekenweefsel met zwelling, rood
heid en verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar het
hulpmiddel wordt gedragen; lymfeafvoerstoornissen alsmede zwellingen met
een onbekende oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid
van het hulpmiddel bevinden; sensibiliteits- en doorbloedingsstoornissen in
de onderarm of hand.
3.4 Werking
50A10 Omo Immobil
•
Immobiliseert en ontlast het schoudergewricht in 0°, 15°, 30°, 60° of 90°
abductie
•
Kan pijn verzachten
50A11 Omo Immobil Rotation
•
Immobiliseert en ontlast het schoudergewricht in 0°, 15°, 30°, 60° of 90°
abductie en in 10°, 20° of 30° rotatie naar buiten
•
Kan pijn verzachten
4 Veiligheid
4.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen
VOORZICHTIG
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisi
co's.
53