► Een product dat niet meer functioneel is of versleten of beschadigd is,
mag u niet langer gebruiken.
>
De arm van de patiënt is gebogen.
1) Open de schouderriem, de tailleriem en de armriemen.
2) Leg de orthese van onder af tegen de arm en de romp en leg de schou
derriem diagonaal over de contralaterale (gezonde) schouder (zie
afb. 6).
3) Plaats de schoudervulling die aan de schouderriem is bevestigd direct
tegen de nek.
4) Leid de riem door de schuifgesp die op het rompgedeelte is aange
bracht en bevestig deze. Door de klittenbandbevestiging kan de positie
van de schuifgesp individueel worden aangepast.
5) Leid de tailleriem door de schuifgesp en bevestig deze (zie afb. 7). De
hoogte van de tailleriem die met klittenband is bevestigd, kan individueel
worden aangepast.
6) Pas de positie van de handsteun met klittenbandbevestiging aan (zie
afb. 8).
7) Sluit de onderarmriemen en sluit vervolgens de bovenarmriem (zie
afb. 9). INFORMATIE: De sluitrichting van de armbanden kan indi
vidueel worden ingesteld (van binnen naar buiten of van buiten
naar binnen). Om de positie van de bovenarm in de orthese stevi
ger te fixeren, kan optioneel de extra riem worden gebruikt die bij
de orthese wordt geleverd (zie afb. 10).
8) Optioneel: gebruik de meegeleverde riemdelen om de druk op de
schouder en nek te verminderen. Gebruik voor bevestiging de op de
schoudervulling aangebrachte klittenbanddelen. Kort de riemen optio
neel in (zie afb. 11).
5.4 Aflevering
► Controleer wanneer u de orthese aan de patiënt overhandigt, of deze
goed zit.
► Zorg dat de orthese ter hoogte van de oksel niet leidt tot drukwonden en
dat de kop van de humerus niet naar boven wordt gedrukt.
► Optioneel kan de vakspecialist het buisframe ter hoogte van de bekken
kam individueel aanpassen.
5.5 Afdoen
1) Open achtereenvolgens de armriemen, de tailleriem en de schouder
riem.
2) Verwijder de orthese zijwaarts van de onderarm en de romp.
57