14. De voorschriften DGUV R 112-198 (gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen) en
DGUV R 112-199 (redden op hoogtes en in dieptes met persoonlijke beschermingsmiddelen) en BGI 870
(harnasgordels en verbindingsmiddelen voor harnasgordels) moeten in acht worden genomen.
15. De vrije afstand onder de voeten van de gebruiker moet minimaal 2,0 m bedragen, als het apparaat boven de
gebruiker wordt verankerd.
16. De IKAR-valbeveiliger is conform EN 360:2002, CSA Z259.2.2, ANSI/ASSE Z359.1-2007, Z359.14-2014
inzetbaar bij temperaturen tussen - 40 °C (-40 °F) en +50 °C (+122 °F) (
17. De toegestane nominale last van de te beveiligen persoon bedraagt 136 kg (
18. Valbeveiligers moeten worden beschermd tegen de effecten van lasvlammen en -vonken, vuur, zuren, logen
en dergelijke.
19. De valbeveiligers mogen niet worden aangepast of gerepareerd (
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of door personen die door de fabrikant
geschoold en erkend zijn.
20. Valbeveiligers mogen alleen worden gebruikt door personen die voldoende opgeleid of deskundig
geïnstrueerd werden. Deze personen mogen geen lichamelijke beperkingen hebben of anderszins hinder
ondervinden door hun gezondheid. (problemen met alcohol, drugs, medicijnen of hart- of bloedsomloop).
21. De levensduur van de valbeveiliger moet bij de jaarlijkse controle worden bepaald; deze bedraagt afhankelijk
van de belasting ca. 10 jaar.
22. De geschiktheid van het gebruik van een valbeveiliger met horizontale valbeveiliging volgens de actuele
normen moet worden bewezen door geschikte tests van het complete systeem.
1.
De band mag alleen onder belasting inrollen. In geen geval mag men de band volledig uittrekken en dan
loslaten. Het schoksgewijs terugslaan van de karabijnhaak aan het apparaat kan namelijk een breuk van de
terughaalveer veroorzaken (
2.
Het intrekbare verbindingsmiddel bestaat uit PES / Dyneema en mag alleen met warm water of neutrale
schoonmaakmiddelen worden gereinigd. In geen geval met verdunning of vergelijkbare middelen. Resten
van het schoonmaakmiddel moeten volledig worden uitgespoeld met helder water.
3.
Attentie: absoluut in acht nemen! De valbeveiligers moeten droog, stof- en olievrij worden bewaard en
getransporteerd.
4.
Het drogen van textiele bestanddelen die door reiniging of gebruik nat zijn geworden, mag alleen op
natuurlijke wijze plaatsvinden. In geen geval in de buurt van vuur of vergelijkbare hittebronnen drogen.
5.
Neem vóór het gebruik van desinfectiemiddelen contact op met de fabrikant voor de complexe toepassingen
van het product volgens de specifieke toepassingen en ingrediënten.
Let op: De valbeveiliging werd ook met succes beproefd voor horizontaal gebruik en een van daaruit gesimuleerde
val over de rand. Daarbij werd voor een valbeveiliging met een verbindingsmiddel uit draadkabel en voor een
valbeveiliging met een singel als verbindingsmiddel een randstraal
r = 0,13 mm gebruikt (
). Op basis van deze proeven is de valbeveiliging geschikt om over dergelijke randen
12
met een straal van r ≥ 0,5 mm (
staalprofielen, aan houten balken of aan een bekleedde, afgeronde attiek voorhanden zijn, gebruikt te worden.
1.
Voor begin van de werkzaamheden moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd. Als de valrand een
bijzonder "snijdende" rand is en / of een rand "met bramen" (bijv. onbeklede attiek of scherpe plaatrand), dan
moeten voor begin van de werkzaamheden de vereiste voorzorgsmaatregelen worden genomen.
- een val over de rand moet worden uitgesloten
en
- de toegestane nominale last van de apparaten voor de valbelasting over randen (
overschreden.
en
- voor begin van het werk moet een randbescherming worden gemonteerd
Het is aan te bevelen om bij twijfel contact met de fabrikant op te nemen.
NEDERLANDS
Service en onderhoud
).
11
Horizontaal gebruik
) volgens EN en r ≥ 0,13 mm in de USA, zoals ze bijvoorbeeld aan gewalste
12a
).
8
).
9
).
10
54
) mag niet worden
9
12a
8
40
40
9
10
11
12