Veiligheidsinstructies
1.9 Uitgangspunten handleiding
1.9.1 Classiicatie van de waarschuwingen
Waarschuwingen in de bedieningshandleiding attenderen
op gevaren bj de omgang met het apparaat en geven
aanwjzingen betreffende het voorkomen ervan.
De waarschuwingen zjn aan de hand van de ernst van
het gevaar geclassiiceerd en in drie groepen verdeeld:
GEVAAR
Teksten met het signaalwoord „GEVAAR" duiden op
gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot de dood of zwaar
letsel leiden.
WAARSCHUWING
Teksten met het signaalwoord „WAARSCHUWING" duiden
op gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot de dood of
zwaar letsel kunnen leiden.
VOORZICHTIG
Teksten met het signaalwoord „VOORZICHTIG" duiden op
gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot licht of zwaar
letsel kunnen leiden.
1.9.2 Overige aanwjzingen betreffende de
tekstweergave
f aanduiding voor een instructie
• aanduiding voor een opsomming
; resultaat van een handeling
Tekst die
op deze manier wordt
kenmerkt namen van menu's, toetsen, knoppen en
schakelaars.
Tekst die op deze manier wordt weergegeven,
kenmerkt displaymeldingen.
Tekst die à op deze manier wordt weergegeven,
kenmerkt kruisverwjzingen.
AANWJZING
Teksten met het signaalwoord „AANWJZING" duiden op
situaties die bj niet-naleving schade aan het apparaat of in
de omgeving kunnen veroorzaken.
Teksten met dit symbool bevatten aanwjzingen over
milieubescherming.
Teksten met dit symbool bevatten aanvullende informatie.
168
weergegeven,
2 Veiligheidsinstructies
2.1 Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische
gereedschappen
De veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk omvatten algemene
veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen die
conform de norm EN 60745 in de bedieningshandleiding
moeten worden vermeld. Derhalve kunnen er instructies
instaan die voor AT2000 CPK niet relevant zjn.
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en andere
instructies. Het niet nakomen van de volgende
waarschuwingen en instructies verhoogt het risico
op een elektrische schok, brand en/of zwaar letsel.
Alle veiligheidsinstructies en andere aanwjzingen
moeten voor toekomstig gebruik goed worden
bewaard. De term „elektrisch gereedschap" in de
veiligheidsinstructies heeft betrekking op uw, via het net
gevoede, elektrische gereedschap (met kabel) of uw,
door een batterj resp. accu gevoede, elektrische
gereedschap (zonder kabel).
2.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Let erop dat de werkomgeving schoon en goed
verlicht is. In een slordige of slecht verlichte omgeving is
er sprake van een hoger risico op ongevallen.
b) Gebruik geen elektrische gereedschappen in
explosiegevaarljke omgevingen zoals in de buurt
van brandbare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken
die stof of rookgassen kunnen laten ontsteken.
c) Houd kinderen en toeschouwers op afstand als
u een elektrisch gereedschap gebruikt. Aleiding
kan ervoor zorgen dat u de controle over het
gereedschap verliest.
2.1.2 Veiligheid van elektrische apparaten
a) De netstekker van het elektrische gereedschap moet
geschikt zjn voor de gebruikte wandcontactdoos.
Voer aan de stekker geen modiicaties uit. Gebruik
geen verloopstekkers voor geaarde elektrische
gereedschappen. Originele stekkers en passende
wandcontactdozen verminderen het risico op een
elektrische schok.
b) Raak geaarde oppervlakken zoals buizen, radiatoren,
haarden en koelkasten niet aan. Als uw lichaam
geaard is, is er sprake van een verhoogd risico op een
elektrische schok.
c) Elektrische gereedschappen mogen noch aan regen
noch aan vocht worden blootgesteld. Water dat een
elektrisch gereedschap binnendringt, verhoogt het risico
op een elektrische schok.
AT2000 CPK• Bedieningshandleiding • 04-2015 • 106-29004