naaldhandvat met kleine stukjes heen en weer in de biopsieplaats. NB: Haal de
naald tijdens de celafname niet uit de biopsieplaats.
10. Als u klaar bent met het afnemen van cellen trekt u de naald terug in de sheath
door het handvat naar achteren te trekken. Vergrendel de stelschroef op de
veiligheidsring bij de 0 cm markering.
11. Koppel de Luerlock-aansluiting los van het werkkanaal en trek het hele
instrument uit de echo-endoscoop.
12. Ontgrendel de stelschroef op de veiligheidsring en schuif de naald uit. Vervang
de vergrendelende spuit door een lege spuit en bevestig de nieuwe spuit aan de
Luerlock-aansluiting op het handvat.
13. Duw de spuitplunjer in om het aspiraatmonster uit te stoten en prepareer het
vervolgens in overeenstemming met de richtlijnen van uw instelling.
14. Achterblijvend aspiraat kan in handen worden gekregen voor onderzoek door
het instrument te spoelen.
15. Voor het afnemen van meer cellen uit dezelfde laesie steekt u het stilet
voorzichtig weer in de metalen aansluiting op het handvat. NB: Neem het stilet
af met fysiologisch zout of steriel water alvorens het weer in te brengen. Voer,
terwijl u de sheath bij de Luerlock-aansluiting ondersteunt, het stilet met kleine
stappen op totdat het stiletaanzetstuk in de aansluiting zit.
16. Extra monsters kunnen worden verkregen door stap 2 van 'Systeempreparatie'
tot en met stap 14 van 'Gebruiksaanwijzing' te herhalen.
Verwijder het instrument na het voltooien van de ingreep volgens de
richtlijnen van uw instelling voor biologisch gevaarlijk medisch afval.
16