Descargar Imprimir esta página

IKAR IK L Manual De Instrucciones página 48

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 21
Gebruikers van dit verbindingsmiddel van IKAR GmbH:
Moeten over het gebruik en de testbepalingen geïnstrueerd worden voor gebruik.
Mogen dit niet gebruiken indien ze klachten hebben, die invloed kunnen hebben op hun veiligheid bij normaal en
noodgebruik.
Moeten er voor zorgen dat er een noodplan voorhanden is, als het verbindingsmiddel gebruikt wordt als valbeveiliging.
Mogen geen veranderingen, uitbreidingen of reparaties aan het verbindingsmiddel uitvoeren.
Moeten er voor zorgen dat het verbindingsmiddel niet buiten de beperkte omgeving wordt gebruikt, dat het uitsluitend
voor de beoogde doeleinden wordt gebruikt, en dat de gebruiker hierover werd geïnstrueerd.
Moeten de compatibiliteit van andere bij dit verbindingsmiddel gebruikte deelsystemen van PBM gA nagaan, indien ze
tot één vangsysteem worden gecombineerd
Moeten zich steeds houden aan de gebruikshandleiding voor andere deelsystemen.
Moeten voor het gebruik van het verbindingsmiddel nagaan, of het in bedrijfsklare toestand is en correct werkt.
Moeten het verbindingsmiddel meteen buiten gebruik nemen, indien er omtrent de toestand daarvan twijfel bestaat, of
nadat het aan valbelasting werd blootgesteld.
Moeten een geschikt aanslagpunt resp. een deel van een aanwezige constructie kiezen dat als aanslagpunt dient, om
te garanderen dat het verbindingsmiddel zich in een voor de activiteit geschikte positie bevindt, en dat het aanslagpunt
beschikt over de vereiste minimale sterkte
Voor de valbeveiliging moet het punt bestand zijn tegen een kracht van 12 kN in de richting van de belasting
Voor de valbeveiliging moet het punt geschikt zijn voor de toepassing, en aan een risicoanalyse onderworpen
zijn. Moeten de richtlijnen en de in het land van gebruik geldende wetten naleven.
Moeten het verbindingselement rechtstreeks met het aanslagpunt of het deelsysteem verbinden; het aanslaan aan
aanwezige constructies door omwikkelen met het verbindingsmiddel is niet toegestaan, tenzij het verbindingsmiddel
getest is en door de CE voor deze specifieke toepassing toegelaten is (door hun constructie beschikken deze verbind-
ingsmiddelen in de regel over een speciale draaglus en een geschikt verbindingselement).
Moeten een aanslagmiddel (bijv. een aanslaglus) gebruiken, wanneer een bevestiging aan een aanwezige constructie
vereist is
Moeten het verbindingsmiddel aan het juiste bevestigingspunt van hun vanggordel vastmaken.
Voor de valbeveiliging de voorste of de achterste 'D'-ring, aangeduid met een 'A', als enig bevestigingspunt
gebruiken. Wanneer de vanggordel beschikt over twee textiellussen aan de voorzijde (elk aangeduid met '½
A'), MOET het verbindingsmiddel verbonden zijn met beide lussen.
Voor het valbeveiligingssysteem en de werkpositionering kunnen zowel de 'D'-ring van de valbeveiliging,
aangeduid met een 'A', de D-ringen voor de werkpositionering aan de zijkant, als een centraal bevestiging-
spunt aan een zit-/houdgordel gebruikt worden. Het bevestigingspunt moet passend en voor de werktoepass-
ing geschikt zijn, en bijdragen aan de minimalisering van het risico.
Moeten nagaan of het aanslagpunt in de juiste positie is
Voor het gebruik als valbeveiliging moet het aanslagpunt zo hoog mogelijk liggen, om de afstand van de vrije
val voor het opvangen minimaal te houden; bovendien moet het zo verticaal mogelijk bij de werktoepassing
gepositioneerd zijn, om het 'pendelen' na een val minimaal te houden, zodat het risico bij het botsen tegen de
constructie en vooruitstekende delen minimaal gehouden wordt.
Voor de toepassing als valbeveiliging moet het aanslagpunt van de randen en van potentiële valranden
verwijderd liggen.
Voor het gebruik in een werkpositie mag het aanslagpunt niet onder het bevestigingspunt aan de vanggordel/
gordel liggen, en het verbindingsmiddel mag bij het uitglijden of tijdens een val niet naar beneden glijden.
Moeten er voor zorgen dat het verbindingsmiddel niet wordt blootgesteld aan scherpe randen, die kunnen leiden tot
schade bij het gebruik.
Verbindingsmiddelen uit gordelband en kernmantelkabel bieden een minimum aan snijbestendigheid tegen
scherpe randen.
Verbindingsmiddelen uit staaldraad bieden een zekere mate aan bescherming tegen scherpe randen; toch
moet contact met scherpe randen vermeden worden.
NEDERLANDS
Gebruikshandleiding
48

Publicidad

loading