NL
DIAGNOSECONTROLE
1
Houd de Check toets op het display ingedrukt.
Schakel het contact in.
2
Laat de Check toets los zodra op het dis-
3
play ... verschijnt.
Het systeem laat een interferentiediagnose zien om aan
te geven waar de ontvanger het beste kan worden
gemonteerd
3 rijen met balken betekent dat er geen of slechts mini-
4
male interferentie is. De locatie van de ontvanger is opti-
1 1 0 0 9 9
maal.
2 rijen met balken duidt op aanvaardbare interferentie.
5
De locatie van de ontvanger is acceptabel.
1 rij met balken betekent dat er teveel interferentie is.
6
Kies een andere locatie voor de ontvanger.
Als er geen balken zichtbaar zijn, is de interferentie zeer
7
hoog. Monteer de ontvanger op een andere locatie en
plaats de ontvangermodule verder weg van apparatuur
die op dezelfde frequentie werkt.
Uw systeem is nu operationeel; ga verder met 'Instellen
van standaard spannings- & waarschuwingsniveaus' (zie
pagina 29).
0 1
0 1