Publicidad
VOOR MONTAGE VAN DE TREKHAAK IS MAKEN VAN UITSPARING IN BUMPER NIET NODIG.
021811 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel aan-
wezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Behandel al de te boren gaten met een roestwerend middel.
3. Demonteer de achterbumper.Verwijder de binnenbekleding van het achterpaneel en van de beide
zijkanten.Demonteer de beide bagage spanogen uit de bodem van de kofferruimte. Verwijder het
reservewiel en sla de koffervloerbekleding naar voren. Verwijder het afdekkapje uit de reservewielbak
(het onstane gat wordt straks afgedicht door de trekhaak).
Verwijder het bumper vulstuk in het midden( t.p.v. gaten "J").
4. Verwijder de kabelboom ter plaatse van de positie van de kontraplaten "1". Kontroleer of het
vrijgekomen gaatje van de kabelboom bevestiging overeenkomt met gat "A" van de kontraplaat "1" (gat
"B" komt overeen met het gat van de bagage spanogen).
Vergroot het gaatje "A" alleen in de vloerplaat tot ø26 mm en positioneer de kontraplaten "1" samen
met de afstandsbussen "2" d.m.v. de bouten M10x90 in de geboorde gaten.
5. Monteer de trekhaak aan de onderzijde met de gaten "A" bij de doorgestoken bouten met de
bijbehorende sluitringen, veerringen en moeren M10.
6. Druk de trekhaak met de gaten "D" tegen de reservewielbak en boor deze door op ø 11 mm, boor ook
de gaten "C" door het achterpaneel op ø11 mm.
7. Kontroleer of de beide kontraplaten recht liggen (zorg dat de gaten "B" overeenkomen met de gaten
van de bagage spanogen . Boor nu de gaten "E" en "G" door op ø9 mm.
8. Monteer plaat "3" bij de gaten "D" met de bouten M10x30 inkl. veerringen en moeren . Zorg daarna
met kit of bitak voor een goede afsluiting aan de onderzijde van de reservewielbak.
9. Monteer de kontraplaatjes "4" aan de onderzijde bij de gaten "E" d.m.v. de bouten M8x30 inkl.
sluitringen, veerringen en moeren.
10. Monteer de bouten M10x30 bij de gaten "H" samen met sluitringen aan beide zijden, en bijbehorende
veerringen en moeren.
11. Monteer de bouten M8x30 bij "G" samen met sluitringen, veerringen en moeren.
12. Boor de gaten "J" door het achterpaneel op ø9 mm en monteer de kontraplaat "5" met de bouten M8x30
inkl. sluitringen aan binnen- en buitenzijde , veerringen en moeren.
13. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M 8 - 23 Nm
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
14. Maak een uitsparing in het bumpervulstuk t.p.v. kontraplaat "5" en monteer dit terug op zijn plaats.
15. Monteer alle onder punt 3.) verwijderde delen op hun plaats terug.
16. Monteer de koppelingskogel t.p.v. de gaten "K" met de bouten M12x70 inkl. veerringen en moeren
(aanhaalmoment 79 Nm).
LET OP :De kentekenplaat moet volledig zichtbaar zijn demonteer daarom altijd de koppelingskogel
indien de trekhaak niet wordt gebruikt.
17. Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens gegeven
aanhaalmomenten).
18. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door
de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij
aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
FÜR DIE MONTAGE DER ANHÄNGEVORRICHTUNG IST KEIN STOßSTANGENAUSSCHNITT
NOTWENDIG.
021811 ANBAU ANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich der
Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Alle gebohrten Löcher mit einem Rostschutzmittel behandeln.
3. Den hinteren Stoßfänger demontieren. Die Innenverkleidung des Abschlußbleches und die Seitenverkleidung
entfernen. Die beiden Gepäckspannringe aus dem Boden des Kofferraums demontieren. Das Reserverad
und die Kofferraummatte entfernen. Die Abdeckkappe aus dem Reserveradbehälter entfernen (das
Loch wird nachher durch die Anhängevorrichtung abgedichtet).
Das Stoßfängerfüllstück in der Mitte (Löcher "J") entfernen.
4. Die Bedrahtung zu der Stelle der Gegenplatten "1" entfernen.
Das vorhandene Loch der Bedrahtungbefestigung muß mit Loch "A" der Gegenplatte "1" übereinstimmmen. (Loch
"B" muß mit dem Loch der Gepäckspannringe übereinstimmen).
Loch "A" nur im Bodenplatte auf ø 26 mm bohren und die Gegenplatten "1" mit Distanzbuchsen "2" und Schrauben
M10x90 in den gebohrten Löchern positionieren.
5. Die Anhängevorrichtung an der Unterseite mit den Löchern "A" an den Schrauben M10x90 anbringen und mit
Unterlegscheiben, Federringen und Muttern befestigen.
6. Die Anhängevorrichtung mit den Löchern "D" gegen den Reserveradbehälter drücken und auf ø 11 bohren. Die
Löcher "C" durch das Abschlußblech ø 11 mm bohren.
7. Die Position der Gegenplatten "1" kontrollieren (die Löcher "B" müssen mit den Löchern der Gepäckspannringe
übereinstimmen). Die Löcher "E" und "G" auf ø 9 mm bohren.
8. Die Platte "3" mit Schrauben M10x30, Federringen und Muttern an den Löchern "D" montieren. Mit Kitt oder
Unterbodenschutz für eine richtige Abdichtung an der Unterseite des Reserveradbehälters sorgen.
9. Die Gegenplatten "4" an der Unterseite mit Schrauben M8x30, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern an den
Löchern "E" montieren.
10. Die Schrauben M10x30, Unterlegscheiben an beiden Seiten, Federringen und Muttern an den Löchern "H"
montieren.
11. Die Schrauben M8x30, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern an den Löchern "G" montieren.
12. Die Löcher "J" durch das Abschlußblech ø 9 mm bohren. Die Gegenplatte "5" mit Schrauben M8x30,
Unterlegscheiben an der Innenseite und Außenseite, Federringen und Muttern montieren.
13. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M 8 - 23 Nm
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
14. Eine Aussparung im Stoßfängerfüllstück bei Gegenplatte "5" vornehmen und diese wieder montieren.
15. Alle unter Punkt 3.) entfernte Teilen wieder anbringen.
16. Die Kupplungskugel mit Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den Löchern "K" montieren (Drehmoment
79 Nm).
ACHTUNG: Das Nummernschild muß vollständig sichtbar sein. Falls die Anhängevorrichtung nicht benutzt wird,
muß die Kugel immer entfernt werden.
17. Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindung wie angegeben nachziehen.
18. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund unsachgemäßer
Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
Publicidad
