Functie; Antipiekcontrole - Nederman VAC 20 Manual De Instrucciones

NL VAC 20
VAC
Kwaliteit perslucht
Vereiste luchtdruk
Maximum luchtverbruik (intermitterend)
Materiaalbeschrijving
Recycling van materiaal
FR 160 veer, zie afbeelding3.
* Gewicht motor inbegrepen.
** Met optionele demper.
3.2

Functie

VAC 20 is een reeks vacuümunits die werken voor een luchtstroom tot het niveau
aangegeven in 'Tabel 3-1: Technische gegevens'.
De units worden geleverd met verschillende capaciteiten, spanningen en frequenties.
De motor is een 3-fase asynchrone motor. Het motorvermogen komt overeen met de
capaciteit van de unit. De vacuümbron is een riemaangedreven hoge drukventilator.
Het stroomverbruik van de ventilator neemt toe met een stijgende luchtstroom. Het is
noodzakelijk om de gevraagde stroom tijdens Y/D-start te beperken. Dit gebeurt door het
beperken van de luchtstroom terwijl de motor in Y-modus staat.
VAC 20 units hebben een opstartklep aan de ventilatorinlaat. De klep wordt, naast een
kleine lekstroom, gesloten wanneer de unit stil staat en tijdens opstarten in Y-modus. De
klep opent wanneer de motor overschakelt op vol vermogen in D-modus. De klep wordt
geregeld vanuit de start- en regeleenheid van de unit.
Zie sectie '4.6 Schakelaars lagertemperatuur' voor het uitschakelen van VAC 20 bij
oververhitting van het lager. Zie sectie '4.7 Optioneel: Persluchtschakelaar' voor de
persluchtschakelaar.
3.2.1

Antipiekcontrole

Een hoge druk centrifugale ventilator die met een te kleine luchtstroom werkt, werkt in
een piek. Dit betekent dat de werking niet stabiel is. Er kan een kenmerkend 'pomp' of
'adem'-geluid te horen zijn en de luchtstroom aan de ventilatoruitlaat is ongelijkmatig. Het
genereren van het vacuüm is onstabiel en dit kan er onder bepaalde omstandigheden voor
zorgen dat de leidingen in ritme bewegen met het pompen.
De motorstroom hangt nauw samen met de luchtstroom door de ventilator. Dankzij
het bewaken van de stroom met behulp van een stroomtransformator in de start- en
regeleenheid is het mogelijk om te bepalen of de stroom voldoende klein is om een piek
te veroorzaken. Indien het geval is, zal een klep binnenin de vacuümunit geleidelijk aan
openen om meer lucht binnen te laten in de ventilator.
Er zijn twee uitvoeringen van de VAC-20 met de ASC-functie. Een versie wordt geregeld met
de stroomomvormer en stroomdetectierelais. De andere uitvoering worden geregeld door
de PLC in het HV-bedieningspaneel en op het basislabel van de PLC staat de tekst ASC.
200
20-1500 20-2500
Schoon droog, ISO 8573-1 klasse 5
6–8 bar (87–116 PSI)
70 N-liter/min (2,5 cfm)
Met poeder gecoat staal, koper, steenwol isolatie.
Circa 95% tot 97% van het gewicht.
1 - zes draaien 2 - vier draaien
Ø 2 mm kabel Ø 2 mm kabel
20-3000 20-4000
3 - zes draaien -
Ø 2,5 mm
kabel