4.1
Het bevestigen
van de
drukmanchet
a
d
2-3 cm
c
b
4.2
De correcte
meetpositie
1. Steek voor gebruik het eindstuk van de luchtslang de opening van het
instrument
in. De bloeddrukmeter wordt als tafelinstrument gebruikt.
2. Schuif de kant van de manchet
metalen beugel zodat de manchet een cilindrische vorm krijgt (a).
Het manchet zelf mag niet worden verdraaid.
3. Leg de manchet tegen uw linkerbovenar (b). Plaats de rode slagaderzone
centraal op uw arm in de verlenging van uw middenvinger (c). Plaats de
manchetbeugel nooit boven de arterie, omdat anders onjuiste bloeddruk-
waarden op-geleverd worden. Trek de manchet strak.
4. Leg de arm met de handpalm omhoog op de tafel. Let op dat de arm niet
door het omslaan van de (eventueel te nauwe) bovenarmkleding afgebon-
den wordt. De onderkant van de manchet moet daarbij 2 à 3 cm boven de
binnenkant van de elleboog liggen (d).
5. Ligt de INDEX-pijl binnen de aan de rand van de manchet door OK ge-
merkte zone, is de manchet gebruiksklaar. Ligt de INDEX-pijl niet binnen de
OK-zone, hebt u een speciale armmanchet nodig (MEDISANA art.–nr.
51007). Vermijdt een holte tussen arm en manchet. Hij kan het meetresul-
taat vervalsen.
6. Alleen als de manchet niet rond de linker arm kan worden geplaatst legt u
hem aan de rechter arm aan. Metingen dienen steeds op dezelfde arm te
worden uitgevoerd.
• Voer de meting al zittende uit.
• Ontspan uw arm en leg hem los op b.v. een tafel. Blijf rustig tijdens de
meting: beweeg niet en spreek niet; anders kunnen de meetresultaten
veranderen.
4 Het Gebruik
met het INDEX-einde doorheen de
NL
65