M O E T U I T G E V O E R D W O R D E N M E T E E N U I T G E S C H A K E L D E
PUNTLASMACHINE DIE LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET
(HOOFDSCHAKELAAR GEBLOKKEERD OP "O" MET HANGSLOT EN
UITGETROKKEN SLEUTEL in de modellen met aandrijving met PNEUMATISCHE
CILINDER).
2.INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1 INLEIDING
Kolompuntlasmachines met elektrode met kromlijnige daling voor weerstandslassen
(enkel punt).
Elektrische controle van het vermogen (thyristoren) geïntegreerd met timer en
aanloopstroombegrenzer.
Thermische beveiliging met signalering (overbelasting of koelwatertekort).
Activering:
- PTE-modellen: mechanisch met pedaal met instelbare lengte van de hendel;
- PCP-modellen: pneumatisch met dubbelwerkende cilinder, bediening klep met
pedaal; tussenblokkering van de werking wegens gebrek aan netspanning en/of
voering perslucht.
2.2 ACCESSOIRES OP AANVRAAG
- Koppel armen lengte 500mm, volledig met elektrodehouder en standaard elektroden.
- Koppel armen lengte 700mm, volledig met elektrodehouder en standaard elektroden.
- Gebogen elektroden.
- Groep voor koeling met water met gesloten circuit ( alleen geschikt voor PTE of PCP
18).
3.TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 KENTEKENPLAAT (FIG. A)
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de puntlasmachine
zijn samengevat op de kentekenplaat met de volgende betekenis.
1-
Aantal van de fasen en frequentie van de voedingslijn.
2-
Voedingsspanning.
3-
Vermogen van net aan permanent regime (100%).
4-
Nominaal vermogen van net met verhouding van intermittentie van 50%.
5-
Maximum spanning leeg naar de elektroden.
6-
Maximum stroom met elektroden in kortsluiting
7-
Stroom naar secundair aan permanent regime (100%).
8-
Draadafstand en lengte van de armen (standaard).
9-
Minimum en maximum regelbare kracht van de elektroden.
10- Nominale druk van de bron van perslucht.
11- Druk van de bron van perslucht noodzakelijk om de maximum kracht naar de
elektroden te bekomen.
12- Vermogen van het water van koeling .
13- Val van nominale druk van de vloeistof voor de koeling.
14- Massa van de inrichting van het lassen.
15- Symbolen m.b.t. de veiligheid waarvan de betekenis in hoofdstuk 1 " Algemene
veiligheid voor het weerstandslassen " staat.
Nota:
Het gegeven voorbeeld van kentekenplaat is louter ter aanwijzing van de
betekenis van de symbolen en de cijfers; de juiste waarden van de technische gegevens
van de puntlasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van de
kentekenplaat van de puntlasmchine zelf.
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS (FIG. B)
4. BESCHRIJVING VAN DE PUNTLASMACHINE
4.1 GEHEEL EN PLAATSINNAME VAN DE PUNTLASMACHINE (FIG. C)
4.2 INRICHTINGEN VAN CONTROLE EN REGELING
4.2.1 Controlepaneel (FIG. D1)
1- hoofdschakelaar (in de modellen PCP met functie van noodstop en vergrendelbare
stand "O": hangslot met sleutels in dotatie);
2- leds van signalering:
*
a)
(groen) voedingsspanning "ON" , controlekaart "ON",
%
b)
(groen) lassen "ON" -( module thyristoren van controle geactiveerd),
&
(geel) thermische bescherming "ON" :lassen belemmerd (in de mod. PCP
c)
ook activering arm is belemmerd).
3) "POWER": potentiometer voor het regelen van de lasstroom;
4) "TIMER": potentiometer voor het regelen van de lastijd;
(
5)
Drukknop start/reset (mod. PCP);
$
#
6)
/
Selectietoets alleen druk (last niet)/lassen (alleen mod. PCP).
4.2.2 Compressiemoer (FIG. D2)
Is toegankelijk wanneer men het luik opent dat aanwezig is op de achterkant van de
puntlasmachine; staat toe de kracht te regelen die door de elektroden wordt uitgeoefend
wanneer men ingrijpt op het voorladen van de veer.
4.3 FUNCTIES VAN VEILIGHEID EN TUSSENBLOKKERING
4.3.1 Modellen PTE
Thermische bescherming
Grijpt in bij een boventemperatuur van de puntlasmachine te wijten aan het
gebrek/onvoldoende debiet van het koelwater ofwel aan een werkcyclus hoger dan de
toegestane limiet.
De ingreep wordt gesignaleerd door het aangaan van de gele led
bedieningspaneel.
EFFECT: blokkering van de stroom (lassen belemmerd).
HERSTEL: automatisch bij de terugkeer binnen de toegestane temperatuurlimieten
(uitgaan van de gele led).
4.3.2 Modellen PCP
Hoofdschakelaar
- Stand " O " = open vergrendelbaar (zie hoofdstuk 1).
OPGELET! In de stand "O" staan de interne aansluitklemmen (L1+L2) voor de
voedingslijn onder spanning.
- Stand "I" = gesloten: puntlasmachne gevoed maar niet in werking(STAND BY);
*
groene led brandt
.
Noodstopfunctie
Met de puntlasmachine in werking bepaalt de opening ervan (stand "I" -> stand "O") de
stilstand in veilige condities:
- stroom belemmerd;
- opening van de elektroden (cilinder loopt leeg);
- automatisch terug starten belemmerd.
(
Startknop
Deze drukknop moet geactiveerd worden om de lasoperatie te kunnen bedienen (met
het pneumatische pedaal) in alle volgende gevallen:
- bij elke sluiting van de hoofdschakelaar (stand "O" -> stand "I");
- na elke ingreep van de inrichtingen van veiligheid/bescherming;
- na de terugkeer van de energietoevoer (elektriciteit en perslucht) eerder onderbroken
voor sectieverdeling stroomopwaarts of beschadiging.
Selectietoets cyclus
#
- Cyclus
EXTRA RISICO: Ook bij deze werkwijze is het risico van verplettering van de
bovenste ledematen aanwezig; de nodige desbetreffende voorzorgsmaatregelen
treffen (zie hoofdstuk veiligheid).
$
- Cyclus
uitvoering van het lassen.
Thermische beveiliging
Grijpt in bij een boventemperatuur
gebrek/onvoldoende debiet van koelwater of aan een werkcyclus (DUTY CYCLE) die
hoger ligt dan de thermische limiet.
De ingreep wordt gesignaleerd door de verlichte gele led
EFFECT: blokkering van de stroom (lassen belemmerd).
HERSTEL : handmatig (door te drukken op drukknop
de toegestane temperatuurlimieten (uitgaan van de gele led).
Persluchtbeveiliging
Grijpt in bij gebrek aan of val van druk (p<2,5 ÷ 3 bar) van de voeding perslucht; de
ingreep wordt gesignaleerd door de aanduiding van de manometer (0 ÷ 3 bar) geplaatst
op de groep ingang perslucht.
EFFECT: blokkering bewegingssysteem opening elektroden (cilinder loopt leeg);
blokkering van de stroom (lassen belemmerd).
HERSTEL: handmatig (door te drukken op drukknop
toegestane limieten van druk (aanwijzing m
5. INSTALLATIE
___________________________________________________________________
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE EN
PNEUMATISCHE AANSLUITING UITVOEREN WANNEER DE PUNTLASMACHINE
ZORGVULDIG IS UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET
VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE EN PNEUMATISCHE AANSLUITINGEN MOETEN
UITSLUITEND UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
___________________________________________________________________
5.1 UITRUSTING
De puntlasmachine uitpakken, de aansluitingen uitvoeren, zoals in dit hoofdstuk wordt
aangegeven.
5.2 WIJZE VAN OPHIJSEN (FIG.E)
Het ophijsen van de puntlasmachine moet uitgevoerd worden met een dubbele kabel en
haken, gebruik makend van de desbetreffende ringen.
Het is strikt verboden de puntlasmachine te omgorden op manieren die verschillen van
diegene die aangeduid worden (vb. op armen of elektroden).
5.3 PLAATSING
Op de plaats van installatie een voldoende ruime zone voorzien, vrij van hindernissen
die geschikt is om een veilige toegang naar de bedieningspanelen en de werkzone
(elektroden) te garanderen.
Verifiëren of er zich geen hindernissen bevinden ter hoogte van de openingen van de
toevoer en afvoer van de koellucht, en hierbij controleren of er geen geleidende stoffen,
corrosieve dampen , vocht, enz. kunnen aangezogen worden.
De puntlasmachine op een vlakoppervlak van homogeen en compact materiaal
plaatsen (vloer van beton of met analoge fysische kenmerken).
De puntlasmachine aan de grond vasthechten met
makend van de speciaal daartoe bestemde gaten op het onderstel; elk afzonderlijk
element van vasthechting op de vloer moet een treksterkte van minstens 60 Kg (60daN)
garanderen.
Maximale belasting
De maximale belasting die op de onderarm kan toegepast worden (geconcentreerd op
de as van de elektrode) bedraagt 35 kg (35 daN).
5.4 AANSLUITING OP HET NET
5.4.1 Waarschuwingen
Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men verifiëren of de
gegevens van de kentekenplaat van de puntlasmachine overeenstemmen met de
spanning en de frequentie van het net beschikbaar op de plaats van installatie.
&
De puntlasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met
op het
neutraalgeleider verbonden met de aarde.
5.4.2 Verbinding van de voedingskabel met de puntlasmachine (FIG.F)
Het rechter zijpaneel wegnemen, de kabelblokkering in dotatie monteren ter hoogte van
het voorziene gat op het achterste paneel.
De voedingskabel door de kabelblokkering doen gaan en deze verbinden met de
klemmen van de voedingsbasis (fasen L1(N) - L2) en met de schroefklem van de
beschermende aardeaansluiting - geel groene geleider).
Naargelang het model van klemmenbord de uiteinden van de kabel uitrusten zoals op
de figuur wordt aangeduid (FIG.F1, F2) .
De kabel blokkeren en hierbij de schroeven van de kabeldoorgang vastdraaien.
Zie paragraaf " TECHNISCHE GEGEVENS" voor de toegestane minimum doorsnede
van de geleiders.
5.4.3 Stekker en contact
Met de voedingskabel een genormaliseerde stekker verbinden (3P+T : er worden
slechts 2 polen gebruikt: INTERFASEN verbinding!) met een adequaat vermogen
en een contact van het net voorzien dat beschermd is door zekeringen of door een
- 26 -
#
$
/
: staat de bediening van de puntlasmachine toe (vanaf het
pneumatische pedaal): zonder te lassen. Wordt gebruikt om de
beweging van de armen en de sluiting van de elektroden uit te voeren
zonder toevoer van stroom .
(normale cyclus van lassen) activeert de puntlasmachine voor de
van de puntlasmachine te wijten aan een
&
op het bedieningspaneel.
(
, na de terugkeer binnen
(
, na de terugkeer binnen de
anometer >> 3 bar).
vier schroeven M10 gebruik