G
E
I
NL
IORdANI
vOLuTION
sOfIx
KINdERBEvEILIGINGssYsTEEM
Kinderbeveiligingssysteem met verklein-
kussen
1. WAARSCHUWINGEN:
voor de veiligheid
van het kind. Gebruik het verkleinkussen
dat bij het autostoeltje wordt geleverd
voor kinderen die lichter zijn dan 15 kg.
Het verkleinkussen dient ervoor de aller-
kleinsten meer comfort te bieden en ze
de nodige steun te verschaffen.
• Gebruik altijd het tuigje om het kind
vast te zetten.
• Laat het kind nooit zonder toezicht van
een volwassene wanneer het autostoel-
tje op een verhoging wordt gezet (bijv.
op een tafel, commode, enz.).
• Kijk goed uit dat de uiteinden van de
gordels nooit in bewegende delen vast
komen te zitten (bijv. automatische deu-
ren, liften, enz.).
•
Let op!
De plastic delen van het au-
tostoeltje raken oververhit wanneer ze
aan de zon worden blootgesteld en het
kind kan zich er daarom aan verbranden.
Bescherm het kind en het autostoeltje
tegen directe blootstelling aan sterke
zonnestralen (bijvoorbeeld door het au-
tostoeltje met een doek te bedekken).
• Haal het kind met zo kort mogelijke
tussenpozen uit het autostoeltje, zodat
de wervelkolom zich kan strekken. Tij-
dens lange reizen wordt aangeraden
vaak te pauzeren. Houd het kind niet te
lang in het autostoeltje, ook niet wan-
neer u het buiten de auto gebruikt.
De gordels, de hoofdsteun en de standen
van het autostoeltje verstellen
BELANGRIJK:
Om de hoogte van de
schoudergordel af te stellen, controleert u
1/2/3
AUTOSTOELTJE
(VANAF 9 MAANDEN TOT ONGEVEER 11 JAAR)
of hij helemaal door de kuip loopt en zich
net boven de schouders van het kind be-
vindt. Verzeker u ervan dat de schouder-
gordels de schouders van het kind goed
tegenhouden.
De gordels afstellen
2.
Maak de gordels van het tuigje los door
op de loslaatknop te drukken en trek de
gordels zover mogelijk uit.
Opmerking! Trek niet
aan de schouder-
vullingen.
Hoofdsteun met 9 verschillende standen
3.
De hoofdsteun kan op de stand voor
groep I op 5 verschillende standen
worden afgesteld. Het stangetje van
de schoudergordels zit hierbij op zijn
plaats. Op stand II en III zijn er nog eens
vier standen, die kunnen worden verkre-
gen door het stangetje van de gordels
en de gordels van het tuigje te verwij-
deren.
4.
Druk op de knop die zich op de hand-
greep van de hoofdsteun aan de bo-
venkant van het autostoeltje bevindt.
Het is belangrijk u ervan te verzekeren
dat de hoofdsteun goed ten opzichte
van de hoogte van het hoofd is afge-
steld.
Verstelbare standen van het autostoeltje
5. Het autostoeltje kan op 5 schuine
standen worden gebruikt:
Til de handgreep op die de schuine
stand regelt en zich onder de voorkant
van het autostoeltje bevindt. Verplaats
het autostoeltje voor- of achteruit. Laat
de handgreep op de gewenste stand los
en duw ertegen tot u het geluid van een
klik hoort
62
Kinderbeveiligingssysteem met gordels
6.
Maak de gordels van het tuigje los door
op de loslaatknop te drukken en trek de
gordels zover mogelijk uit.
Opmerking! Trek niet
aan de schoudervul-
lingen.
7.
Open de gesp van het tuigje en maak de
gordels van het tuigje vervolgens aan de
band van de gordelgeleiding vast. Zet
het kind in het autostoeltje.
8.
Om de hoogte van de schoudergordel
af te stellen, controleert u of hij helemaal
door de kuip loopt en zich net boven de
schouders van het kind bevindt. Verzeker
u ervan dat de schoudergordels de schou-
ders van het kind goed tegenhouden.
9.
Leg de twee uiteinden van de gordel op
elkaar en steek ze in de gesp tot u een
duidelijke klik hoort.
10.
Maak de gordels strakker en gebruik
hiervoor de verstelband van het tuigje.
Verzeker u ervan dat ze niet te strak zijn
voor het kind.
LET OP:
verdraai de gordels van het
tuigje niet.
Het tuigje strakker maken
11. LET OP
Trek de gordel naar u toe en niet
omhoog of omlaag. Controleer het uit-
einde van de gordel. Wanneer u op stap
bent (vooral buiten de auto) moet hij
altijd aan de beschermende bekleding
bevestigd blijven.
Controle-elementen om na te gaan of
het kinderbeveiligingssysteem goed is
vastgezet
12. BELANGRIJK: voor de veiligheid van
het kind controleert u of:
• De gordels van het tuigje van het auto-
stoeltje het kind omgeven en vastzetten
en tegelijkertijd comfortabel voor hem
zijn.
• De gordels van het tuigje goed zijn af-
gesteld.
• Of de gordels van het tuigje niet ver-
draaid zitten.
• Op de lipjes van de gesp er goed in
vastzitten.
INsTALLATIE IN HET vOERTuIG
Laat het kind niet zonder toezicht van
een volwassene in het autostoeltje in het
voertuig zitten. Voor de veiligheid van alle
inzittenden van het voertuig:
Bij hard remmen of een ongeluk kunnen per-
sonen zonder veiligheidsgordels of de niet
met het veiligheidssysteem vastgezette voor-
werpen de andere inzittenden van het voer-
tuig verwonden. Controleer daarom altijd of:
• De hoofdsteunen van de stoelen van het
voertuig geblokkeerd zijn (bijv. dat de hen-
del van een eventuele inklapbare achter-
bank stevig op de goede stand staat).
• Alle zware en scherpe voorwerpen in het
voertuig zijn vastgezet (bijvoorbeeld op de
hoedenplank).
• Alle personen in het voertuig de veilig-
heidsgordels om hebben gedaan.
• Het autostoeltje altijd wordt vastgezet
wanneer het zich in het voertuig bevindt,
ook wanneer het kind er niet in zit.
Om uw voertuig te beschermen
Bekledingen, die van materialen zijn ge-
maakt die gauw beschadigd raken (bijvoor-
beeld fluweel, leer, enz.) kunnen slijtage-
plekken vertonen door het gebruik van het
autostoeltje. Om dit te voorkomen legt u er
een deken of handdoek onder.
Installatie van Groep I voor kinderen met
een gewicht tussen de ongeveer 9 en 18
kg met ISOFIX-systeem en Top tether.
BELANGRIJK
Allereerst controleert u de
63