INHOUDSOPGAVE
A.
Montage-aanwijzingen
Montage
Aansluiting
Toepassingen
Beperking omtrent omgevingsomstandigheden
B.
Inbedrijfstelling
Toetsingen voorafgaand aan de inbedrijfstelling
A. MONTAGE-AANWIJZINGEN
Montage
Controleer bij het uitpakken van de machine of er geen onderdelen beschadigd of kapot zijn. Als dit het
geval is, vervang ze dan voor originele reserve-onderdelen. Als het om elektrische componenten gaat deze
voor gehomologeerde apparatuur met dezelfde referentie vervangen (raadpleeg de fabrikant ingeval van
twijfel).
Aansluiting
Controleer of de op het kenmerkenplaatje aangegeven spanning en frequentie van de machine
overeenkomen met die van het elektriciteitsnet. (fig. 1)
Rol bij het vervoeren van de machine de stroomtoevoerkabel op. Verplaats de machine nooit door aan de
kabel te trekken.
B. INBEDRIJFSTELLING
Toetsingen voorafgaand aan de inbedrijfstelling
Kijk voor gebruik van de machine na of er geen versleten, beschadigde of kapotte onderdelen zijn. Als
dit het geval is, moet dit onderdeel onmiddellijk gerepareerd of vervangen worden.
C. GEBRUIKSAANWIJZINGEN
1.-
Voor het installeren of vervangen van het zaagblad dient de beschermkap te worden verwijderd.
De motoras wordt dan zichtbaar. Monteer het zaagblad van Ø 250 mm tussen flensen en zorg
ervoor dat de draairichting die op de machine wordt aangegeven overeenkomt en draai de
bevestigingsmoer zoals aangegeven wordt in de afbeelding stevig vast. (fig. 2, 3, 4)
2.-
Het is noodzakelijk om de onderkant met water te vullen totdat de waterpomp volledig onder
water komt te staan. Het werken met schoon water verlengt de levensduur van het zaagblad en
verbetert het rendement ervan. (fig. 5)
3.-
De machines DT-250 beschikken over een vast tafelblad waarop de tegel geplaatst kan worden,
en over een rollende motorunit. Dit systeem maakt het mogelijk om zeer nauwkeurig en
comfortabel alle soorten tegels te bewerken. (fig. 6)
4.-
Het rollen gebeurt door wieltjes die voorzien zijn van gesmeerde lagers en met kogels zijn
afgesloten.
5.-
Het veranderen van de zaagpositie van recht naar verstek of vice versa, het veranderen van de
zaaghoogte, evenals het afstellen van de aanslagen voor het herhalen van zaagsneden dienen te
gebeuren met stopgezette motor om eventuele ongelukken te voorkomen. (fig. 7, 8 en 9)
6.-
De inbedrijfstelling gebeurt door middel van het indrukken van de groene of I-knop, en de
machine wordt met de rode of 0-knop weer uitgezet. (fig. 10)
7.-
De machien is dubbel beveiligd, en wel tegen oververhitting van de motor én tegen overmating
stroomverbruik. Wanneer de machine zonder aanwijsbare redenen stopt.
8.-
Wacht dan enkele minuten voor de herstartknop van het thermorelais in te drukken, omdat naar
alle waarschijnlijkheid te veel inspanning van de machine is geeist. U dient in het vervolg de
snijsnelheid wat te minderen.
9.-
Zodra de machine in werking is, wachten totdat de motor en de watertoevoer via de pomp weer
normaal worden (4 of 5 seconden).
10.-
Voor het maken van juiste zaagsneden, dient het te zagen stuk gelijkmatig zonder stoten en
zonder de motor te forceren vooruit bewogen te worden. Een onjuiste handeling kan tot gevolg
hebben dat de tegel breekt of dat het zaagblad ernstig beschadigd wordt.
11.-
Voor het zagen op 45º (verstekken) is de machine uitgerust met een mechanisch
blokkeersysteem, waardoor de zaagkop nauwkeurig geplaatst kan worden. (fig. 11, 12)
D. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1.-
Gebruik handschoenen, een borststuk, oog- en oorbeschermers om de veiligheid te
waarborgen.
2.-
Gebruik geen kleding die in het zaagblad verstrikt kan raken.
3.-
De gewogen gelijkwaardige A-druk is minder dan het moment van de snede bij 70 dB (A).
Toch wordt gebruik van oorbeschermers aanbevolen.
4.-
Deze machine voldoet aan de normen CEI 1029.1, evenals de Machinerichtlijn 89/392 en
de wijzigingen en aanvullingen volgens de Richtlijnen 91/368 en 93/44.
5.-
Koppel de machine voor elke afstelling, reparatie of onderhoudswerkzaamheid los.
Gebruik de machine in combinatie met een differentiaal met een FI-beveiligde connector.
6.-
Houd de werkzone schoon. Niet opgeruimde ruimtes en werkbanken kunnen gemakkelijk
beschadigingen veroorzaken.
7.-
Stel de machines niet aan regen bloot.
8.-
Gebruik de machines niet op vochtige en natte plaatsen.
9.-
Houd de werkplek goed belicht.
10.-
Gebruik de machine niet in aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
11.-
Voorkom lichamelijke aanraking met oppervlakten met een aard- of massaverbinding.
12.-
Zorg ervoor dat personen, in het bijzonder kinderen, die niets met het werk te maken
hebben, de machine en de verlengsnoeren niet aanraken en houd ze verwijderd van de
werkplek.
E. ONDERHOUD
Reiniging en onderhoud
Voor een beter behoud van de machine wordt aanbevolen haar na gebruik met water schoon te maken en schoon water door het koelsysteem te laten lopen.
F. EXPLODINGS
Zie bijlage
Het is strikt verboden, gedeeltelijk of volledig de handleiding te reproduceren zonder voorafgaande toestemming van de GERMANS BOADA S.A., in geen enkel formaat en op geen enkele wijze, zoals: machineschrift,
fotografis of electronis.
Onverschillig een van deze activiteiten kan leiden tot wettelijke aansprakelijkheid en de daaruit voorkomende boeten.
GERMANS BOADA, S.A. behoudt zich het recht voor zonder voorafgaand bericht technische wijzingen aan te brengen.
NEDERLANDS
D.
Veiligheidsmaatregelen
E.
Onderhoud
F.
Exploding (bijlage)
Toepassingen
De DT-250 is een professionele precisiemachine, geschikt voor het afkorten en versteksnijden van
bouwmaterialen.
De vermogensoverdracht gebeurt via een V-snaar van de motor naar de diamantschijf.
Op kogels lopend tafelblad.
Deze sneden worden gemaakt met watergekoelde diamantschiijven.
Beperkingen omtrent omgevingsomstandigheden
Schenk aandacht aan de omstandigheden van de werkomgeving. Houd deze schoon en goed verlicht. De
machine moet altijd schoon gehouden worden met het doel om het maximum rendement bij de
veiligste werkomstandigheden te behalen.
Controleer of de aanslagen van de machine loodrecht op het zaagblad zitten. Deze worden vanuit de
fabriek afgesteld. Controleer of de spanning en frequentie van het elektriciteitsnet overeenkomen met
de op het kenmerkenplaatje van de machine aangegeven spanning en frequentie.
Het stopcontact moet over een aardsluiting en beveiliging tegen stroomlekken (differentiaal)
beschikken. Wanneer u een verlengsnoer gebruikt, controleer dan of de kabelsectie niet minder dan 2,5
mm² bedraagt.
12.-
Het trekzaageffect van de DT-250 wordt verkregen door middel van spildraaiing van de
motorunit en een mechanisch blokkeersysteem. Het gewicht van de motor wordt
gecompenseerd door een contraveer. (fig. 13, 14)
13.-
Op de chassis wordt de beweegbare aanslag bevestigd die tussen -45º, 0º en 45º draait. Hierop
kunnen de te zagen stukken worden ondersteund en kunnen zagen herhaald worden. (fig. 15,
16)
14.-
Om goed met de DT-250 machine te kunnen werken, dient u gebruik te maken van een
genivelleerde tafel of van een onderstel (optioneel).
15.-
Gebruik geen gebarsten of kapotte diamantzaagbladen.
16.-
Rem de zaagbladen niet door middel van zijdruk af.
17.-
Lees deze gebruiksaanwijzingen aandachtig alvorens deze machine te gebruiken en bewaar ze
goed.
18.-
Houd het zaaggereedschap schoon voor een beter en veiliger werking:
-Volg de aanwijzingen voor de vervanging van accessoires.
-Controleer regelmatig de machinekabels en laat deze als ze beschadigd zijn door een bevoegde
technische dienst repareren.
-Houd handgrepen droog, schoon, vet- en olievrij.
19.-
Verwijder afstelsleutels en gereedschap alvorens de machine in werking te zetten.
20.-
Zorg ervoor dat de schakelaar in de "open" stand staat als de machine wordt aangesloten.
21.-
Als de machine buiten wordt gebruikt, dienen uitsluitend verlengsnoeren gebruikt te worden die
voor buitengebruik bestemd zijn.
22.-
Alvorens de machine opnieuw te gebruiken, moet deze eerst nauwkeurig gecontroleerd
worden om na te gaan of zij op juiste wijze functioneert en of zij geschikt is voor de functie
waarvoor de machine bestemd is. Een beschadigde beveiliging of een ander beschadigd
onderdeel moet op juiste wijze worden gerepareerd of vervangen door de bevoegde technische
dienst, tenzij in deze gebruiksaanwijzing anders wordt aangegeven. Gebruik de machine niet als
de schakelaar niet aan- of uitgaat.
11.-
Bewaar de machine, als deze niet gebruikt wordt, op een droge en afgesloten plaats, buiten
bereik van kinderen.
13.-
Deze machine functioneert beter en veiliger op het nominale kenmerk waarvoor zij
bestemd is.
14.-
Gebruik de machine op juiste wijze: Forceer een kleine machine niet om werk te
verrichten dat bij een machine met een hoger vermogen hoort. Gebruik deze machine niet
voor doeleinden waarvoor zij niet bestemd is.
15.-
Gebruik geen ruimzittende kleding of sieraden die in de bewegende delen vast kunnen
komen te zitten. Aanbevolen wordt om antislipschoeisel te gebruiken als men buiten
werkt. Gebruik bij lang haar een pet.
17.-
Gebruik een veiligheidsbril of stofmaskers als de zaagwerkzaamheden stof kunnen
voortbrengen. Trek nooit aan de kabel om hem uit het stopcontact te halen. Houd de
kabel verwijderd van warmte, olie en scherpe randen.
18.-
Steun stevig op de grond en bewaar steeds het evenwicht.
19.-
Kijk wat u doet. Gebruik het gezonde verstand en werk niet met de machine als u moe
bent.
20.-
Het gebruik van andere dan de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires of
hulpstukken kan een persoonlijk risico met zich mee brengen.
21.-
Dit elektrische gereedschap voldoet aan de juiste veiligheidsvoorschriften. De reparaties
mogen slechts uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel met gebruik van
-9-