Opdat meerdere remote-systemen in dezelfde ruimte elkaar niet storen, staan u
vier onafhankelijke remote-kanalen (CH1, 2, 3 of 4) ter beschikking. Master-,
controller- en slaafflitsers die tot eenzelfde remote-systeem behoren, moeten alle
op hetzelfde kanaal ingesteld worden. De slaafflitsers moeten met de ingebouw-
de sensor voor de remote-functie
kunnen ontvangen.
Afhankelijk van het type camera kan ook een in de camera ingebouwde
flitser als master-, c.q. controllerflitser werken. Verdere aanwijzingen
met betrekking tot de instellingen op de master-, c.q. controllerflitser
vindt u in hun gebruiksaanwijzing.
Het instellen van de remote-slaaffunctie
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select', dat in het display
Voer met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling uit.
- Bij de aanduiding 'On' is de remote-slaaffunctie geactiveerd.
- Bij de aanduiding 'OFF' is de remote-slaaffunctie gedeactiveerd.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na de
activering van de remote slaaffunctie wordt in het display 'SL' aangegeven.
Bovendien worden de gewenste slaafgroep (GROUP) en het remote-kanaal (CH)
aangegeven.
Het instellen van de slaafgroep
Als de remote-slaaffunctie is geactiveerd, moet u zo vaak op de toetscombinatie
'Select' drukken, dat in het display 'GROUP' (= slaafgroep) knippert. Stel met
de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in. U heeft de mogelijkheid, te kie-
zen tussen de groepen A, B of C.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aandui-
ding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het active-
ren van de remote slaaffunctie wordt in het dislay „
wordt de gekozen slaafgroep (GROUP) en het remote-kanaal (CH) aangegeven.
58
het licht van de master-, c.q. controllerflitser
SL
knippert.
SL
" aangegeven. Bovendien
Het instellen van eem remote-kanaal
Op de slaafflitser moet hetzelfde remote-kanaal als op de master-, c.q.
controllerflitser ingesteld worden!
•Als de remote-slaaffunctie is geactiveerd moet u zo vaak op de toetscombina-
tie 'Select' drukken, dat in het display 'CH' (= remote-kanaal) knippert.
• Stel met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling in. U heeft de mogelij-
kheid, te kiezen tussen kanaal 1, 2, 3 of 4.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de aan-
duiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na het
activeren van de remote-slaaffunctie wordt in het dislpay
Bovendien wordt de ingestelde slaafgroep (GROUP) en het remote-kanaal (CH)
aangegeven.
He testen van de remote flitsfunctie
• Zet de slaafflitsers net zo neer als u ze voor de latere opname wilt gebruiken.
Gebruik voor het opstellen van de slaafflitsers een flitservoetje W–F127.
• Wacht de flitsparaatheid van alle deelnemende flitsers af. Zijn de slaafflitsers
paraat, dan knippert de AF-meetflits
• Druk bij de master-, c.q. controllerflitser op de ontspanknop voor handbedie-
ning
en ontsteek daardoor een testflits. De slaafflitsers reageren per slaaf-
groep na elkaar iets vertraagd met een testflits. Als een slaaflitser geen testflits
afgeeft, controleer dan de instelling van remote-kanaal en slaafgroep.
Corrigeer de stand van de slaafflitser zodat deze het licht van de master-, c.q.
controllerflitser kan ontvangen.
De soort flitsfunctie wordt automatisch door de master-, c.q. controller-
flitser doorgegeven. Als de flitser als master in het draadloos remote-
systeem werkt, wordt tegelijk met het ontsteken van zijn instellicht dat
van de slaafflitser(s) ontstoken
SL
aangegeven.
.