Deze handleiding is samengesteld om u te helpen uw boot
veilig en met plezier te gebruiken. U treft details aan over de
boot, de bijgeleverde of aangebrachte uitrusting en de
systemen ervan, naast informatie over de bediening en het
onderhoud. Wilt u deze aandachtig lezen en u vertrouwd
maken met de boot voordat u hem gebruikt.
Als dit uw eerste boot is of als u naar een type boot bent
overgestapt waarmee u niet vertrouwd bent, wilt u er in uw
eigen belang en voor uw eigen veiligheid voor zorgen dat u
ervaring opdoet met het hanteren en bedienen voordat u de
boot zelf bestuurt. Uw dealer of een nationale zeilvereniging of
jachtclub zal u gaarne informatie verstrekken over plaatselijke
zeevaartscholen of bekwame instructeurs.
DEZE HANDLEIDING OP EEN VEILIGE PLAATS BEWAREN
EN HEM AAN DE NIEUWE EIGENAAR OVERHANDIGEN
WANNEER U DE BOOT VERKOOPT
Bootmodel
Rompidentificatienummer
m
l
k
J
a - Roeispaan
b - Roeidol
c - Opblaaskamerventielen (karakteristieke plaatsen)
d - Kielventiel
e - D–handvat voor uit het water halen
f - Sleepring
g - Romp
h - Touwhouder
i - Touw
j - Vlonder
k - Spiegel (met motormontageplaat)
l - Handvat
m - Luchtkamer bakboord
n - Luchtkamer stuurboord
o - Roeibank
INFORMATIE OVER DE BOOT
a
o
n
i
CONSTRUCTIEKLASSEN
Klasse A – "Oceaan". Vaartuig ontworpen voor grote reizen
waarbij
windkracht
overschreden en de golven een hoogte van 4 m kunnen
overschrijden, voor vaartuigen die voornamelijk onafhankelijk
zijn.
Klasse B – "Zee". Vaartuig ontworpen voor tochten ver van
de kust waarbij windkracht 8 kan worden bereikt en de golven
wel 4 m hoog kunnen zijn.
Klasse C – "Kust". Vaartuig ontworpen voor tochten langs de
kust, in grote baaien, riviermonden, meren en rivieren, waarbij
windkracht 6 kan worden bereikt en de golven wel 2 m kunnen
zijn.
Klasse D – "Beschut". Vaartuig ontworpen voor tochten op
kleine meren, rivieren en kanalen waarbij windkracht 4 kan
worden bereikt en de golven een hoogte van 0,5 m kunnen
bereiken.
b
h
g
8
(Beaufort–schaal)
kan
c
d
f
39 / 138
worden
NL
e