De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
veroorzaakt door gebruik van de apparatuur in een huishoude-
lijke omgeving.
De gebruiker moet een vakkundig iemand zijn die
zich verantwoordelijk voelt voor de apparatuur en
er gebruik van maakt volgens de richtlijnen van de
fabrikant.
Wanneer zich elektromagnetische storingen voor-
doen moet de lasser de problemen oplossen zonodig met de
technische assistentie van de fabrikant.
In ieder geval dient de elektromagnetische storing
zodanig gereduceerd te worden dat het geen hin-
der meer vormt.
Voor de installatie dient de gebruiker de risico's te
evalueren die elektromagnetische storingen zouden
kunnen opleveren voor de directe omgeving, hier-
bij in het bijzonder lettend op de gezondheidsrisi-
co's voor personen op en in de omgeving van de
werkplek, bij voorbeeld mensen die een pacemaker of een
gehoorapparaat hebben.
Eisen voor het leidingnet (Zie de technische informatie)
Apparatuur op hoogspanning kan, ten gevolge van de eerste
stroom die wordt betrokken van het gewone netwerk, de
kwaliteit beïnvloeden van de stroom van het hoogspannings-
net. Daarom zijn aansluitingsbeperkingen of eisen ten aanzien
van de maximaal toelaatbare stroomsterkte van wisselstroom
(Zmax) of de noodzakelijke minimale toevoer (Ssc) capaciteit
op de interface van het normale hoogspanning netwerk ( punt
van normale koppeling, PCC) kan van toepassing zijn bij som-
mige typen apparatuur. (zie de technische informatie). In dat
geval is het de verantwoordelijkheid van de installateur of van
de gebruiker van de apparatuur om zich ervan te vergewissen,
zonodig door de netwerkbeheerder te raadplegen, dat de appa-
ratuur mag worden aangesloten.
In het geval er storingen optreden kan het aanbeveling ver-
dienen om verdere voorzorgmaatregelen te nemen zoals het
filteren van de stroomtoevoer.
Het is ook noodzakelijk om de mogelijkheid te overwegen de
stroomkabel af te schermen.
Las kabels
Om de effecten van de elektromagnetische velden zo klein moge-
lijk te houden dient u de hieronder staande richtlijnen te volgen:
- Houdt de laskabel en de aardkabel zoveel mogelijk bij elkaar
opgerold.
- Vermijdt dat de laskabels rond uw lichaam draaien.
- Vermijdt dat u tussen de aard- en de laskabel in staat, (houdt
beide aan één kant).
- De kabels moeten zo kort mogelijk gehouden worden, bij
elkaar gehouden op of zo dicht mogelijk bij de grond.
- Plaats de apparatuur op enige afstand van de werkplek.
- Houdt de kabels ver verwijderd van andere kabels.
Geaarde verbinding van de installatie
Het wordt aanbevolen alle verbindingen van alle metalen onder-
delen in de lasmachine en in de omgeving ervan te aarden.
Deze verbindingen dienen te zijn gemaakt volgens de plaatselijk
geldende veiligheids regels.
Het werkstuk aarden
Wanneer het werkstuk niet geaard is vanwege elektrische veilig-
heid , de afmeting of de plaats waar het staat kan het aarden
van het werkstuk de straling verminderen. Het is belangrijk
er aan te denken dat het aarden van het werkstuk zowel het
gevaar voor de lasser op ongelukken als schade aan andere
apparatuur niet mag vergroten.
Het aarden moet volgens de plaatselijke veiligheidsvoorschriften
gebeuren.
Afscherming
Door het selectief afschermen van andere kabels en apparatuur
in de directe omgeving kunnen de storingsproblemen afnemen.
Bij speciale toepassingen kan het worden overwogen de gehele
lasplaats af te schermen.
1.8 IP Beveiligingsgraad
S
IP23S
- Kast voorkomt dat gevaarlijke onderdelen met de vingers of
voorwerpen met een diameter tot 12.5mm kunnen worden
aangeraakt.
- De kast beschermt tegen inregenen tot een hoek van 60° in
verticale stand.
- De kast beschermt tegen de gevolgen van binnen druppelend
water als de machine niet aanstaat.
2 HET INSTALLEREN
Het installeren dient te worden gedaan door vak-
kundig personeel met instemming van de fabri-
kant.
Overtuigt u ervan dat de stroom is uitgeschakeld
voordat u gaat installeren.
Het is verboden om stroombronen in serie of in
parallel te schakelen.
2.1 Procedure voor het laden, vervoe-
ren en lossen
- De machine is uitgerust met een handgreep voor transport.
Onderschat het gewicht van de apparatuur niet,
zie de technische specificatie.
Beweeg of hang het apparaat nooit boven perso-
nen of voorwerpen.
Laat het apparaat niet vallen of botsen.
91