5. Hygiënische bereiding
5.1 Termijnen
Reinig het apparaat indien nodig, bijvoorbeeld na gebruik in een stoffige omgeving, zoals
is beschreven in paragraaf "5.2 Reiniging".
Desinfecteer het apparaat indien nodig, met name bij wissel van patiënt of direct contact
tussen patiënt en apparaat, zoals is beschreven in paragraaf "5.3 Desinfectie".
5.2 Reiniging
Waarschuwing!
Brandgevaar. Gebruik geen schoonmaakmiddelen. Alcoholhoudende of hervet-
tende schoonmaakmiddelen vormen met gecomprimeerde zuurstof een ontvlam-
baar mengsel.
Voorzichtig!
Beschadiging van het apparaat mogelijk. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in
het apparaat komen. Anders kan het apparaat beschadigd raken.
•
Als reiniging van de buitenkant nodig is, gebruik dan uitsluitend een
schone doek. De doek kan droog zijn of met schoon water vochtig zijn
gemaakt.
5.3 Desinfectie
Waarschuwing!
Gevaar voor letsel. Zorg ervoor dat er geen desinfectiemiddel in de slangen komt.
Anders komt het desinfectiemiddel samen met de zuurstof in de luchtwegen van
de patiënt terecht.
Beschadiging van het apparaat mogelijk. Zorg ervoor dat geen vloeistoffen in het
apparaat komen. Anders kan het apparaat beschadigd raken.
•
Voor de wisdesinfectie adviseren wij een oplossing met 0,5% TERRALIN.
Neem de gebruiksaanwijzing in acht die met het middel is meegeleverd.
Hygiënische bereiding
NL
109