Regelstrategieën; Seriële Standaard Cascade; Seriële Geoptimaliseerde Cascade; Seriële Cascade Met Pieklastafdekking - Bosch EMS 2 Manual De Instalación

Ocultar thumbs Ver también para EMS 2:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 20
60 | Productgegevens
Dit basisprincipe geldt voor de functies met codering 1 t/m 4 en 8 t/m 9.
De module regelt bij deze functies altijd op de insteltemperatuur in het
systeem en de getolereerde onder- en overtemperatuur dient als scha-
kelverschil voor de warmtebron.
2.3
Regelstrategieën
2.3.1
Seriële standaard cascade
De aangesloten warmtebronnen/modules worden conform de bedra-
ding in- of uitgeschakeld.
Bijvoorbeeld de warmtebron op aansluitklem BUS1 wordt als eerste, de
warmtebron op aansluitklem BUS2 als tweede enzovoort bijgeschakeld.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmteproducent, die als laatste werd ingeschakeld, wordt
als eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in-
of uitschakelen van een warmtebron sprongsgewijs toe- of afneemt
( hoofdstuk 2.2.1).
2.3.2
Seriële geoptimaliseerde cascade
Doel van deze regelstrategie is, de warmteproducenten met zo gelijk mo-
gelijke branderlooptijden te gebruiken.
De aangesloten warmtebronnen/modules worden conform de brander-
looptijd in- of uitgeschakeld. De branderlooptijden worden elke 24 uur
vergeleken en de volgorde wordt dan opnieuw bepaald.
De warmteproducent met de kortste branderlooptijd wordt als eerste,
die met de langste branderlooptijd als laatste, ingeschakeld.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmteproducent, die als laatste werd ingeschakeld, wordt
als eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in-
of uitschakelen van een warmteproducent sprongsgewijs toe- of af-
neemt ( hoofdstuk 2.2.1).
2.3.3
Seriële cascade met pieklastafdekking
Deze regelstrategie is zinvol, wanneer de warmtevraag over langere
termijn gelijkmatig is (basisbelasting) maar kortstondig hoger is
(piekbelasting).
De warmtebronnen op de aansluitklemmen BUS1 en BUS2 dekken daar-
bij de basisbelasting af. De warmtebronnen op de aansluitklemmen
BUS3 en BUS4 worden bijgeschakeld, om de energiebehoefte bij piek-
belasting af te dekken.
De warmtebronnen op de aansluitklemmen BUS3 en BUS4 worden bij-
geschakeld, wanneer de gevraagde aanvoertemperatuur tot boven een
instelbare grenswaarde toeneemt of wanneer de buitentemperatuur een
instelbare grenswaarde onderschrijdt.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmteproducent, die als laatste werd ingeschakeld, wordt
als eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in-
of uitschakelen van een warmteproducent sprongsgewijs toe- of af-
neemt ( hoofdstuk 2.2.1).
2.3.4

Parallelle cascade

Deze regelstrategie moet worden gebruikt, wanneer de warmtebronnen
een gelijksoortige modulatiegraad hebben.
Wanneer op een bijgeschakeld toestel 68 % van het vermogen is bereikt,
wordt de volgende bijgeschakeld.
De warmtebronnen worden zo met ongeveer dezelfde branderlooptij-
den gebruikt, omdat in de regel daarbij alle warmtebronnen tegelijkertijd
in gebruik zijn. Wanneer alle warmtebronnen ingeschakeld zijn, worden
deze allen in dezelfde mate modulerend aangestuurd.
6 720 819 669 (2016/05)
2.3.5

Vermogensregeling

Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een ge-
bouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
P / %
100
10
1
1,5
Afb. 1
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
vermogen P (in procenten gerelateerd aan het maximale vermo-
gen van de installatie)
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig het gevraagde
vermogen conform de codering van de module net zoals bij serieel stan-
daard of serieel geoptimaliseerde cascade in- en uitgeschakeld.
2.3.6

Aanvoertemperatuurregeling

Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een ge-
bouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
/ °C
90
20
1
1,5
Afb. 2
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
aanvoertemperatuur  (in °C gerelateerd aan het bereik mini-
male aanvoertemperatuur tot maximale aanvoertemperatuur
[basisinstelling 20 °C tot 90 °C])
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig de gevraagde
aanvoertemperatuur conform de codering van de module net zoals bij
seriële standaard of seriële geoptimaliseerde cascade in- en uitgescha-
keld.
2.3.7

Pompaanvoer

Bij alle regelstrategieën ( hoofdstuk 2.3.1 tot 2.3.6) volgt voor het
starten van de brander in de warmtebronnen en pompaanvoer geduren-
de 2 minuten. Dit vermindert de temperatuurgradiënten in de aanvoer
en voorkomt het aanspreken van een gradiëntbewaking.
U / V
10
6 720 809 449-21.1O
U / V
10
6 720 809 449-22.2O
MC 400

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Ems plusEmsMc 400

Tabla de contenido