94 NL – R0...R4 Beknopte installatiegids
Kies de vermogenskabels
Dimensioneer de vermogenskabels volgens de plaatselijke regelgeving om de
nominale stroom te voeren die gegeven is op het typeplaatje van uw omvormer.
Zorg voor de koeling
R0-
R4
Zie tabel
I
op pagina
R5
bedrijfstemperatuur-bereik van de omvormer is -15 tot +50 °C (+5 tot +122 °F). Er is
geen condensatie of vorst toegestaan. Voor meer informatie over de omgevingstem-
R6-
peratuur en derating, zie het hoofdstuk Technical data in ACS580-01 (0.75 to 250 kW)
R9
hardware manual (3AXD50000018826 [Engels]).
Beveilig de omvormer en de voedingskabel
Zie tabellen
III
de zekeringen.
DA
Controleer, bij gebruik van gG-zekeringen, dat de responstijd van de zekering onder
de 0,5 seconden ligt. Volg de plaatselijke bepalingen.
DE
Installeer de omvormer aan de wand
ES
Zie figuur
R0...R4 Figures A
FI
Controleer de isolatie van de vermogenskabels en de
FR
motor
IT
Controleer de isolatie van de ingangskabel volgens plaatselijke regelgeving alvorens
deze aan te sluiten op de omvormer.
NL
Zie figuur
B1
op pagina 165.
PL
1. Controleer de isolatie van de motorkabel en motor wanneer de kabel losgekop-
peld is van de omvormer. Meet de isolatieweerstand tussen elke fasegeleider en
PT
daarna tussen elke fasegeleider en de veiligheidsaardegeleider door een meets-
panning van 1000 V DC te gebruiken. De isolatieweerstand van een ABB-motor
RU
moet hoger zijn dan 100 Mohm (referentiewaarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de iso-
latieweerstand van andere motoren moet u de instructies van de fabrikant raad-
SV
plegen.
TR
Opmerking: Vocht in de motorbehuizing zal de isolatieweerstand verlagen. Als u
vocht vermoedt, moet u de motor drogen en de meting herhalen.
ZH
19
(UL: tabel
II
(op pagina 20) en
IV
op pagina 165.
op pagina 19) voor de verliezen.Het toegestane
(op pagina 20); (UL: tabel
V
op pagina 21) voor