7 Aanraaktoets Stopfunctie.
8 Indicatorlampje Warmhoudfunctie
ingeschakeld *.
9 Indicatorlampje Kookregeling
ingeschakeld*.
10 Indicatorlampje Blokkeerfunctie
ingeschakeld*.
11 Indicatorlampje Stopfunctie inges
chakeld*.
12 Aanraaktoets Kookregeling.
13 Aanraaktoets Warmhoudfunctie.
14 Aanraaktoets "omlaag" van de tijd-
klok.
15 Aanraaktoets "omhoog" van de
tijdklok.
16 Decimaal punt.
17 Aanraaktoets Combinatie kookzo-
ne.
18 Indicatorlampje Combinatie kook-
zone*.
- Brandt (ingeschakeld): Kookzo-
ne geselecteerd (gereed voor
opdracht).
- Gedoofd (uitgeschakeld): Kookzo-
ne niet geselecteerd (niet gereed
voor opdracht).
OPMERKING: * Alleen zichtbaar
indien ingeschakeld.
Opdrachten worden uitgevoerd met de
aanraaktoetsen. Deze worden op het
toetsenpaneel aangegeven.
U hoeft geen kracht te zetten op het
glas. Lichtjes aantoetsen met de vin
ger over de aanraaktoets is voldo-
ende om de gewenste functie in te
schakelen.
Met de schuiftoets (2) kan het vermo-
gen ingesteld worden (0- 9 en P) door
de vinger over de toets te slepen of
schuiven. Als u naar rechts schuift
wordt het vermogen groter, naar links
kleiner.
U kunt ook direct een bepaald vermo-
gen selecteren door het desbetreffen-
de punt op de schuiftoets aan te raken.
Bij deze modellen wordt de kookzone
direct geselecteerd als u DE VERMO-
GENSINDICATOR AAN TOETST (3).
INSCHAKELEN VAN HET APPA-
RAAT
De eerste keer dat de kookplaat aan
gesloten wordt op de voeding (of na
een stroomonderbreking) is de blokke
erfunctie ingeschakeld (lampje 10
brandt). In dit geval moet u de blokke-
ring uitschakelen om de kookplaat te
kunnen inschakelen, door op aanraak-
toets
(6) te drukken tot het lampje
(10) dooft.
1 Tik de aan-/uittoets minstens één
seconde aan
(1).
De aanraaktoetsen zijn geactiveerd en
alle vermogensindicatoren (3) geven 0
aan. Als een kookzone heet is, geeft
de desbetreffende indicator achtereen
volgens H en 0 aan.
Zodra de besturing is ingeschakeld,
moet u binnen 10 seconden één van
de kookzones inschakelen, anders
zullen de aanraaktoetsen automatisch
uitschakelen.
Als de aanraaktoetsen ingeschakeld
zijn, kan deze op elk gewenst moment
uitschakelen met de algemene aan- /
uittoets
(1) zelfs als het apparaat
geblokkeerd is (zie paragraaf "Blokke-
ren van de toetsen van de kookplaat").
De aanraaktoets
(1) heeft altijd
voorrang bij het uitschakelen van de
aanraaktoetsen.
INSCHAKELEN VAN DE KOOK-
ZONES
Zodra de aanraaktoetsen zijn inges-
chakeld met toets
(1) kunt u de
gewenste kookzones inschakelen.
Hiervoor doorloopt u de volgende
stappen:
1 Kies de kookzone met de desbetref
fende aanraaktoets (3). Dat wil zeg-
gen dat u met de vinger het cijfer
aantikt. Als het glas warm is, zal
achtereenvolgens H en 0 weerge-
geven worden. Het decimale punt
rechts van het cijfer gaat branden,
dit geeft aan dat de kookzone gese-
lecteerd is.
2 Kies met de schuiftoets (2) een
kookstand tussen 0 en 9.
Zo lang de kookzone geselecteerd is,
ofwel zolang het decimale punt brandt,
kunt u het vermogen wijzigen.
UITSCHAKELEN VAN EEN KOOK-
ZONE
De kookzone kan uitgeschakeld wor-
den door het vermogen te verlagen
tot 0. Hiervoor moet de kookzone
eerst geselecteerd worden (decimaal
punt brandt).
Bij het uitschakelen van de kookzone
verschijnt een H in de desbetreffende
vermogensindicator als het glazen
oppervlak van de desbetreffende
kookzone heet is en er risico op brand-
wonden bestaat. Als de temperatuur
daalt, zal deze indicatie verdwijnen
(als de kookplaat uitgeschakeld is),
is deze zal 0 tonen als de kookzone
actief blijft.
UITSCHAKELEN VAN ALLE KOOK-
PLATEN
Alle kookplaten kunnen tegelijkertijd
uitgeschakeld worden met de aan-/uit
toets
(1). Alle indicatorlampjes van
de kookplaten doven.
Pandetectie
Inductiekookplaten bevatten een pan
NL
43