geprogrammeerd worden, dus zonder fysieke aansluiting: de programmering
wordt uitgevoerd door de zender op de zone te plaatsen, waarvan het opper-
vlak wordt aangeduid door een grafisch teken.
Tijdens het gebruik van de software knippert de Led van de zender, ten teken
van de activering van de communicatie via radio met de software zelf. Nu kan
er met de software op de parameters van de zender gewerkt worden (zie
hoofdstuk 3.3).
[C] – Connector voor de kaarten van het "BM"-geheugen
Met deze connector kunnen de kaarten van het "BM"-geheugen van Nice op
de O-Box worden aangesloten. Om een kaart aan te sluiten, moet deze recht-
streeks in de connector worden gestoken en vervolgens kan er met de soft-
ware gewerkt worden (zie hoofdstuk 3.3).
[D] – Connector van het type "SM"
Met deze connector kunnen alleen de ontvangers van de series "SM" en "Nice-
One" van Nice worden aangesloten. Enkele van deze ontvangers kunnen recht-
streeks op de connector worden aangesloten, andere hebben een kabel mod.
CABLA06 nodig. Na het insteken van de ontvangers kan verder met de soft-
ware gewerkt worden (zie hoofdstuk 3.3).
Opmerking – De ontvangers van de serie "NiceOne" (OXIT en OX2T) kunnen
ook via radio met de software communiceren. In dit geval is de gegevensover-
dracht echter langzamer dan die via de SM-connector.
[E] – Connector voor externe stroomvoorziening, mod. ALA1
Met deze connector kan de O-Box via een externe adapter van 12 Vcc (apart
verkrijgbaar accessoire) op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Opmerking – Ook al is O-Box uitgeschakeld, de interne batterij wordt iedere
keer opgeladen als de voedingskabel op het elektriciteitsnet wordt aangesloten.
[F] – Connector voor de "USB"-kabel
Met deze connector kan de O-Box worden aangesloten op de USB-poort van
een computer, via de USB-kabel. Meteen hierna kan de software worden opge-
start voor een werksessie.
Opmerking – Ook al is O-Box uitgeschakeld, de interne batterij wordt iedere
keer, dat de USB-kabel op een ingeschakelde computer wordt aangesloten,
opgeladen.
[G] – Seriële connector "RS232" (kabeltype mod. CABLA01)
Met deze connector kan de O-Box worden aangesloten op de seriële poort
RS232 van een computer, via de seriële kabel RS232 (apart verkrijgbaar acces-
4 – Nederlands
soire). Meteen hierna kan de software worden opgestart voor een werksessie.
[H] – Connector "TTBUS" (kabeltype mod. CABLA05)
Met deze connector kunnen alle buismotoren voor zonweringen en rolluiken
van Nice, met poorten van het type TTBUS, op de O-Box worden aangesloten,
via de speciale kabel (apart verkrijgbaar accessoire).
[I] – Connector voor het klonen van zenders (kabeltype mod.
CABLA03 - CABLA02 - CABLA04)
Met deze connector kunnen de zenders van Nice uit de serie "Bio", "FloR",
"Ergo", "Plano" en "Very" met een speciale kabel (optioneel accessoire) op de
O-Box worden aangesloten. Om de aansluiting tot stand te brengen moet de
zender geopend worden om de aansluitkabel (*) erin te steken en het andere
uiteinde aansluiten op de connector op de O-Box (I op afb. 2).
(*) Opmerking:
– voor de zenders van de serie "Ergo" en "Plano" moet kabel mod. CABLA04
worden gebruikt
– voor de zenders van de serie "Bio" en "Flor" moet kabel mod. CABLA02 wor-
den gebruikt
– voor de zenders van de serie "Very" moet kabel mod. CABLA03 worden
gebruikt
[L] – Proximityreader voor transpondercard
Met deze proximityreader kunnen de codes op de transpondercards van Nice
worden gelezen (blauwe en grijze card) of geschreven (grijze card). Om de aan-
sluiting tot stand te brengen, moet de card voor de lezer worden geplaatst.
[M] – Connector voor optische lezer voor zenders van de serie "Bio"
Met deze lezer kan de radiocode van de zenders van de serie "Bio" worden
gelezen.
Om de aansluiting tot stand te brengen moet de optische lezer (apart verkrijg-
baar, mod. CABLA02) in deze speciale connector worden gestoken (M op afb.
2) en de Led van de zender dicht bij de kop van de optische lezer gebracht
worden.