Invacare® Alu Lite
1. Rijd de rolstoel tot zo dicht mogelijk bij de stoel
waarnaar u wilt overstappen.
2. Trek de parkeerremmen aan.
3. Maak de beensteunen los of draai ze buitenwaarts.
4. Zet uw voeten op de grond.
5. Houd de rolstoel vast en, indien nodig, ook een
verankerd voorwerp in de buurt.
6. Verplaats de stoel langzaam.
130
6.3 De rolstoel besturen
De begeleider duwt en bestuurt de rolstoel met de
handvatten.
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
De rolstoel kan voorover of achterover kantelen.
– Wanneer u uw rolstoel in orde maakt,
moet u testen hoe gemakkelijk deze
voorover of achterover kantelt, en uw rijstijl
dienovereenkomstig aanpassen.
LET OP!
Als er iets zwaars aan de rugleuning hangt, kan
het zwaartepunt van de rolstoel veranderen.
– Pas uw rijstijl hier op aan.
1648363-B