6.6 Uitsluitend met een begeleider hellingen op
en af rijden
WAARSCHUWING!
Risico's als gevolg van een onbestuurbare
rolstoel
Bij het op- en afrijden van hellingen of heuvels
kan uw rolstoel achterover, voorover of zijwaarts
kantelen.
– Zorg dat er altijd een begeleider achter de
rolstoel loopt voordat u hoge hellingen op
moet.
– Vermijd zijwaartse hellingen.
– Vermijd hellingen van meer dan 7°.
LET OP!
Uw rolstoel kan zelfs op een licht hellend
vlak stuurloos worden als de begeleider zijn
loopsnelheid niet afstemt.
– Gebruik de parkeerremmen als uw rolstoel
stilstaat op een hellend vlak.
De helling op
Om een helling op te gaan, moet de begeleider tegelijkertijd
de juiste richting op duwen en sturen.
1. Leun met uw bovenlichaam voorover terwijl de
begeleider de rolstoel snel en krachtig voortduwt.
1648363-B
De helling af
Om een helling af te gaan, moet de begeleider de richting en
vooral de snelheid van de rolstoel goed in de gaten houden.
1. Leun achterover. De belegeider moet de rolstoel op elk
gewenst moment kunnen stoppen door zijn loopsnelheid
af te stemmen.
6.7 Stabiliteit en balans in de rolstoel
Bij sommige dagelijkse activiteiten en handelingen moet u
in de rolstoel voorover-, zijwaarts of achteroverleunen. Dat
heeft enorme invloed op de stabiliteit van de rolstoel. Om
altijd uw evenwicht te bewaren, doet u het volgende:
Vooroverleunen
WAARSCHUWING!
Risico van eruit vallen
Als u in de rolstoel vooroverleunt, kunt u eruit
vallen.
– Leun nooit te ver voorover en schuif niet naar
voren in uw rolstoel om een voorwerp op te
pakken.
– Leun niet voorover tussen uw knieën om iets
van de grond op te pakken.
Rijden met de rolstoel
133