iNhOud
Belangrijke veiligheidsinstructies .................................................................................................................................................................................................................... NL - 17
Inleiding .......................................................................................................................................................................................................................................................... NL - 18
Onderdelen en accessoires ........................................................................................................................................................................................................................... NL - 18
De oximeter aansluiten .................................................................................................................................................................................................................................. NL - 18
De sensor aansluiten ..................................................................................................................................................................................................................................... NL - 18
De behandeling starten .................................................................................................................................................................................................................................. NL - 18
Periodieke inspectie ....................................................................................................................................................................................................................................... NL - 18
De oximeter reinigen ...................................................................................................................................................................................................................................... NL - 19
Verwijdering van product ............................................................................................................................................................................................................................... NL - 19
Specificaties ................................................................................................................................................................................................................................................... NL - 19
bElaNGrijkE vEiliGhEidsiNstructiEs
Wanneer gebruik wordt gemaakt van elektrische producten, moeten er altijd elementaire veiligheidsmaatregelen worden genomen. Lees alle instructies goed door voordat u dit
product gaat gebruiken. Belangrijke informatie wordt aangegeven met behulp van de volgende termen:
Dringende veiligheidsinformatie met betrekking tot gevaren die ernstig letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.
GEvaar
Belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot gevaren die ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben.
WaarschuWiNG
VOORZICHTIG
Informatie ter voorkoming van schade aan het product.
OPMERKING
Informatie waarop u bijzonder acht moet slaan.
lEEs allE iNstructiEs dOOr vOOrdat u hEt PrOduct GEbruikt .
bEWaar dEzE iNstructiEs .
GEvaar
•
Gevaar voor elektrische schokken - Gebruik het apparaat niet terwijl u in bad zit.
•
Gevaar voor elektrische schokken - Dompel het apparaat niet onder in water of enig andere vloeistof.
•
G evaar voor elektrische schokken - Probeer niet de behuizing te openen of te verwijderen. Er bevinden zich binnenin het apparaat geen onderdelen waar de
gebruiker service op kan uitvoeren. Als service is vereist, stuurt u het apparaat terug naar een bevoegde DeVilbiss-leverancier of geautoriseerd
servicecentrum.
WarNiNG
•
D eze oximeter is een accessoire bij de DV5M SmartLink
•
G ebruik de XPOD-oximeter niet in een MRI-omgeving.
•
E xplosiegevaar - Gebruik de XPOD-oximeter niet in een explosieve atmosfeer of bij aanwezigheid van ontvlambare anesthesiemiddelen of gassen.
•
V erstikkingsgevaar - Leid, net als bij alle andere medische apparatuur, de kabels en aansluitingen op zorgvuldige wijze om de patiënt heen om de
mogelijkheid van verstikking of verstrikking zoveel mogelijk te beperken. l Inspecteer de locatie voor het aanbrengen van de sensor ten minste elke 6 tot 8
uur om er zeker van te zijn dat de sensor correct is geplaatst en dat de huid intact blijft. De gevoeligheid van de patiënt kan variëren onder invloed van de
medische status of de toestand van de huid. Stop met het gebruiken van de kleefstrips als blijkt dat de patiënt hiervoor allergisch is.
•
P atiënten met een pacemaker - Frequentiemeters kunnen doorgaan met het bijhouden van de slagfrequentie van de pacemaker tijdens een hartstilstand of
bij sommige aritmieën. Ga niet uitsluitend af op de alarmen van de frequentiemeter. Houd patiënten met een pacemaker nauwkeurig in de gaten.
vOOrzichtiG
•
Dompel het product niet onder in water of enige andere vloeistof om beschadiging te voorkomen en gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
•
Als de meting van de polsslag wordt belemmerd door enig object kan dit resulteren in verlies van bewakingscapaciteit. Zorg ervoor dat de polsslagmeting niet wordt
belemmerd door enige beperking van de bloedcirculatie (bijvoorbeeld een bloeddrukmanchet).
•
G ebruik uitsluitend door NONIN vervaardigde PureLight®-pulsoximetersensoren. Deze sensoren zijn speciaal vervaardigd om aan de nauwkeurigheidsspecificaties voor
NONIN-pulsoximeters te voldoen. Het gebruik in sensoren van andere fabrikanten kan resulteren in een onjuiste werking van de pulsoximeter.
•
D it apparaat voldoet niet aan de vereisten voor defibrillatiebestendigheid overeenkomstig IEC 60601-1: 1990, clausule 17.h. Defibrilleer een patiënt niet terwijl deze is
aangesloten op de XPOD-oximeter om schade aan het product te voorkomen.
•
Dit apparaat mag niet worden gebruikt in de buurt van of boven op eventuele andere apparatuur. Als gebruik in de buurt van of boven op andere apparatuur is vereist,
moet het apparaat nauwkeurig in de gaten worden gehouden om te controleren of het normaal werkt.
•
De nauwkeurigheid van de SpO
•
H et gebruik van andere accessoires, sensoren en kabels dan gespecificeerd door NONIN (met uitzondering van transducers en kabels die door NONIN worden verkocht
ter vervanging van interne onderdelen) kan resulteren in een toenemende emissie en/of verminderde immuniteit van dit apparaat.
•
D it pulsoximetriesysteem is ontworpen om het percentage van de arteriële zuurstofverzadiging van functioneel hemoglobine te bepalen. Een aanzienlijk niveau van
dysfunctioneel hemoglobine, zoals methemoglobine, kan de nauwkeurigheid van de meting beïnvloeden.
•
De XPOD-oximeter is uitgerust met bewegingstolerante software die de waarschijnlijkheid dat bewegingsartefact op onjuiste wijze wordt geïnterpreteerd als goede
pulskwaliteit tot een minimum beperkt. Onder bepaalde omstandigheden kan de XPOD-oximeter beweging echter nog steeds interpreteren als goede pulskwaliteit. Dit
geldt voor alle beschikbare uitgangen.
•
D eze apparatuur voldoet aan internationale norm EN 60601-1-2:2001 voor elektromagnetische compatibiliteit van medische elektrische apparatuur en/of systemen. Deze
A-M697
-module. Sluit het apparaat alleen aan op dit goedgekeurde product.
®
-meting kan worden beïnvloed als de totale kabellengte (inclusief verlengsnoeren) groter is dan 3 meter.
2
Nl - 17