het UNI EN ISO 9001 gecertificeerde kwaliteitssysteem.
1.3)
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
gecertificeerd door de geaccrediteerde instantie, zoals
vermeld in de specifieke instructies van het apparaat,
overeenkomstig bijlage V van Verordening (EU) nr.
2016/425, indien categorie III onder productietoezicht
staat overeenkomstig bijlage VIII van Verordening (EU)
nr. 2016/425 door de aangemelde instantie waarvan het
accreditatienummer op het hulpmiddel is aangebracht.
1.4) Het persoonlijke gebruik van het apparaat wordt
sterk aanbevolen om de mate van bescherming en
efficiëntie voortdurend te controleren.
1.5) Controleer of het apparaat intact is geleverd, in
de originele verpakking en met de relevante informatie
van de fabrikant. Voor apparaten die in andere landen
dan het land van herkomst worden verkocht, is de
wederverkoper verplicht deze informatie te controleren
en te vertalen.
1.6) Dit hulpmiddel kan worden gebruikt in combinatie
met andere hulpmiddelen, indien compatibel met de
relevante informatie van de fabrikant.
1.7) Belangrijk
1.7.1)
Vermijd
blootstelling
aan warmtebronnen en contact met chemicaliën.
Minimaliseer directe blootstelling aan de zon, vooral
voor textiel- en plastichulpmiddelen. Lage temperaturen
en
vochtigheidsgraad
vergemakkelijken, het moeilijk maken om koppelingen
te maken, de flexibiliteit verminderen en het risico op
worden
van
het
hulpmiddel
kunnen
de
ijsvorming
breuk, snijden en schuren verhogen.
1.7.2) De positie van de verankering is van
fundamenteel belang voor de veiligheid van de
valpreventie: evalueer zorgvuldig de vrije hoogte onder
de gebruiker, de hoogte van een mogelijke val, de
verlenging van de touw/kabel, de verlenging van een
eventuele schokdemper/dissipator, de hoogte van de
gebruiker en het "slingereffect" om mogelijke obstakels
(bv. grond, wrijving, schaafwonden, etc.) te vermijden.
1.7.3)
De
minimale
verankeringspunten moet ten minste 12 kN bedragen,
zowel op natuurlijke als op kunstmatige elementen.
De evaluatie van die op natuurlijke elementen (rotsen,
planten, enz.) is alleen mogelijk op een empirische
wijze, dus het moet worden uitgevoerd door een
getrainde en ervaren persoon. Voor degenen die op
kunstmatige elementen (metaal, beton, enz...) worden
uitgevoerd, kan de evaluatie wetenschappelijk worden
gedaan, dus het moet worden uitgevoerd door een
getrainde en geautoriseerde persoon.
1.8) Let op
1.8.1) Langdurige suspensie, vooral als deze inert
is, kan onomkeerbare schade en zelfs de dood tot
gevolg hebben.
1.8.2) Het is absoluut verboden wijzigingen aan
het apparaat aan te brengen en/of het te repareren
anders dan voorgeschreven in deze informatie.
1.8.3) Als de gebruiker ook maar de geringste twijfel
heeft over de efficiëntie van het apparaat, moet het
weerstand
van
de