Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Controleer
alle
slangverbindingen
Reinig brandstoftank en fi lter
1
Vervang brandstoffi lter 1
Controleer
de
tankdop
of de dampopening van
de
brandstoftank
(indien
aanwezig) op lekkage
Maak het luchtfi lter schoon.
Vervang het luchtfi lter
Bougie reinigen of afstellen
Vervang brandstoffi lter
Reinig de vonkenvanger
Vervang door een nieuwe
vonkenvanger.
Uitlaatpoort en
geluiddemper reinigen
1 Deze onderdelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkend servicecentrum.
2 Indien niet het geval is, dient u voor reparatie of afstelling contact
op te nemen met een geautoriseerd servicecentrum.
PLAATSING VAN SNOERKOP
Zie afbeelding 8. (a)
■ Product stoppen.
■ Lijn de moersleutel af langs de beide platte kanten van
de houder van de flensring.
■ Draai de snoerkop met de hand tegen de klok in om
het oude exemplaar te verwijderen.
■ Plaats een nieuwe snoerkop, en lijn de moer in de
snoerkop uit met de verbindingsas op de onderste
giek.
■ Draai de snoerkop met de hand met de klok mee tot
het aanbevolen koppelmoment van 6 Nm.
Voor elk gebruik
Elke drie maanden of 50
bedrijfsuren
Elk
jaar
of
na
300
bedrijfsuren
Voor elk gebruik
Elke 25 uur
Elk
jaar
of
na
300
bedrijfsuren
Elke 6 maanden of 100
bedrijfsuren
Elk
jaar
of
na
300
bedrijfsuren
Elke 25 uur
Elk
jaar
of
na
300
bedrijfsuren
Elke 25 uur
MAAILIJN VERVANGEN
Zie afbeelding 8.
■ Zorg ervoor dat de machine zich in de uit-stand bevindt
■ Gebruik een monofilamentlijn met een diameter van
2,4 mm.
■ Stop de motor.
■ Snijd een stuk lijn af met een lengte van ongeveer 6 m.
■ Draai de stootknop indien nodig met de klok mee om
de pijlen op de stootknop uit te lijnen met de pijlen op
de onderste snoerkopbehuizing.
■ Breng een uiteinde van de lijn in het oog aan de zijkant
van de lijnkop en duw tot de lijn door het oog aan de
andere kant uitsteekt.
■ Blijf de lijn door de lijnkop duwen tot het middelste
deel van de lijn zich binnen de lijnkop bevindt en de
lijn buiten de lijnkop aan beide zijden gelijk is verdeeld.
■ Draai de knop op de lijnkop in de richting van de
wijzers van de klok om de lijn op te winden.
■ Wind de lijn op tot ongeveer 20 cm uit de lijnkop
uitsteekt.
UITLAATPOORT EN GELUIDDEMPER REINIGEN
Afhankelijk van het type brandstof dat is gebruikt,
het type en de hoeveel olie die is gebruikt en/of uw
gebruiksomstandigheden, kunnen de uitlaatpoort en de
geluidsdemper verstopt raken door koolstofophopingen.
Als u stroomverlies bij uw gasaangedreven werktuig
merkt, moet een gekwalifi ceerde onderhoudstechnicus dit
residu verwijderen om het vermogen te herstellen.
VONKENVANGER
De vonkenbeschermer moet elke 25 uur worden
schoongemaakt of vervangen om een goede werking
van uw product te garanderen. Afhankelijk van het
gekochte model kunnen de vonkbeveiligingen zich op
verschillende plekken bevinden. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde onderhoudsdealer voor de locatie van de
vonkbeveiliging voor uw model.
HET LUCHTFILTER REINIGEN
Zie afbeelding 9.
Houd de luchtfi lter schoon voor een goed vermogen en
lange levensduur
■ Zorg ervoor dat de machine zich in de uit-stand bevindt
■ Verwijder het luchtfilterdeksel.
■ Verwijder de luchtfilter en reinig met warm zeepwater.
94