Variant 2: Als de belastingregelschroef L (20) naar links wordt gedraaid, is er minder belasting nodig om de rem te
activeren ▸ de rem treedt eerder in werking.
Let op: Verdraai de belastingregelschroef L (20) altijd zeer voorzichtig met een inbussleutel van 4 mm. Let er
daarbij op dat u kunt regelen tegen een lichte weerstand van de schroefborging.
Tip: Als bij de gebruiker de rem later in werking moet treden, voer dan variant 1 uit.
Als bij de gebruiker de rem eerder in werking moet treden, kies dan variant 2.
De rem naregelen
Bij het afzetten met de tenen kan de rem, afhankelijk van het lichaamsgewicht en looppatroon, toch geactiveerd
worden (de prothese blijft haken). Dit kan invloed hebben op de stabiliteit en het loopgedrag van de gebruiker. In
dit geval kan de remregelschroef B (9) als volgt nageregeld worden. Gebruik een inbussleutel van 3 mm om de
schroef te verdraaien.
• Draai de remregelschroef B (9) voorzichtig naar links.
• Controleer voorzichtig of de remfunctie nu voldoet aan de behoeften van de gebruiker. Is de instelling nog niet
goed, stel de remregelschroef B (9) dan opnieuw bij, tot de juiste instelling gevonden is (draai de
remregelschroef B (9) naar links of rechts) en het looppatroon is afgestemd op de behoeften van de gebruiker.
Let op: Stel de remregelschroef B (9) altijd af met een inbussleutel van 3 mm en ga zeer voorzichtig te werk. Let er
daarbij op dat u kunt regelen tegen een lichte weerstand van de schroefborging.
Belangrijk: In elke fase van de regeling moeten flexie en extensie mogelijk zijn!
Basisinstelling weer instellen
Zo nodig kunt u als volgt het Balance Knee OFM2 kniegewricht weer in de basisinstelling zetten:
Stap 1: Draai de belastingregelschroef L (20) voorzichtig met de wijzers van de klok mee naar rechts met een
inbussleutel van 4 mm tot u een lichte weerstand voelt. Draai vervolgens de belastingregelschroef L (20) weer twee
slagen naar links terug.
Stap 2: Draai de remregelschroef B (9) voorzichtig met de wijzers van de klok mee naar rechts met een
inbussleutel van 3 mm tot u een lichte weerstand voelt. Draai vervolgens de remregelschroef B (9) weer drie slagen
naar links terug. Nu moet het weer mogelijk zijn het gewricht te buigen.
Belangrijk: In elke fase van de regeling moeten flexie en extensie mogelijk zijn.
Zwaaifasesturing bij gebruik als vrij beweegbare knie met geïntegreerde extensieveer.
De extensieveer instellen:
Variant 1: De stelschroef (1) met een schroevendraaier naar rechts draaien: extensiefunctie wordt sterker.
Variant 2: De stelschroef (1) met een schroevendraaier naar links draaien: de extensiefunctie wordt zwakker.
HET GEWRICHT OMBOUWEN
Vast ▸ mechanisch
• Druk de ontgrendelingshefboom (24) naar boven en houd hem in deze stand.
• Zet de ontgrendelingshefboom (24) in deze stand vast door de
ontgrendelingsschroef (27) naar rechts te draaien. Gebruik een inbussleutel van 2,5 mm om de schroef te
verdraaien.
• Veiligheidsinstructie: De ontgrendelingsschroef (27) moet bij het klaarmaken van de prothese altijd met Loctite
geborgd worden en met een draaimoment van 5 Nm worden aangehaald. Gebruik hiervoor een momentsleutel.
Let op: Niet-naleving van punt 1 leidt bij het vastdraaien van de ontgrendelingsschroef (27) tot functieverlies van
het gewricht en kan beweging van het gewricht zelfs onmogelijk maken.
Mechanisch ▸ vast
• Het ombouwen tot een vaste knie gebeurt in omgekeerde volgorde, door de ontgrendelingsschroef (27) met
een inbussleutel van 2,5 mm naar links te draaien, tot de ontgrendelingshefboom (24) weer vrijkomt.
37