Veiligheidsvoorschriften
• De loc mag alleen met een daarvoor bestemd bedrijfssys-
teem gebruikt worden.
• Analoog max. 15 Volt =, digitaal max. 22 Volt ~.
• De loc mag niet vanuit meer dan een stroomvoorziening
gelijktijdig gevoed worden.
• Lees ook aandachtig de veiligheidsvoorschriften in de
gebruiksaanwijzing van uw bedrijfssysteem.
• Voor het conventionele bedrijf met de loc dient de
aansluitrail te worden ontstoort. Hiervoor dient men de
ontstoor-set 611 655 te gebruiken. Voor het digitale bedrijf
is deze ontstoor-set niet geschikt.
• OPGEPAST! Functionele scherpe kanten en punten.
• Stel het model niet bloot aan in directe zonnestraling,
sterke temperatuurwisselingen of hoge luchtvochtigheid.
Belangrijke aanwijzing
• De gebruiksaanwijzing en de verpakking zijn een be-
standdeel van het product en dienen derhalve bewaard
en meegeleverd te worden bij het doorgeven van het
product.
• Onderhoud, herstellingen en reparaties mogen alleen
door volwassenen uitgevoerd worden.
• Voor reparaties en onderdelen kunt zich tot Uw Trix
handelaar wenden.
• Vrijwaring en garantie overeenkomstig het bijgevoegde
garantiebewijs.
• Afdanken: www.maerklin.com/en/imprint.html
• De volledige toegang tot alle functies is alleen mogelijk
met Trix Systems, DCC of met mfx bedrijf.
• Ingebouwde, rijrichtingsafhankelijke frontverlichting is in
het digitaalsysteem schakelbaar.
• Minimale te berijden radius: 360 mm.
• Rookgenerator nadien in te bouwen.
Multiprotocolbedrijf
Analoogbedrijf
De decoder kan ook op analoge modelbanen of spoortra-
jecten gebruikt worden. De decoder herkent de analoge
gelijkspanning (DC) automatisch en past zich aan de
analoge railspanning aan. Alle functies die onder mfx of DCC
voor het analoge bedrijf zijn ingesteld, worden geactiveerd
(zie digitaalbedrijf).
Digitaalbedrijf
De Decoder is een multiprotocoldecoder. De decoder kan
onder de volgende digitale protocollen ingezet worden: mfx,
DCC.
Het digitaalprotocol met de meeste mogelijkheden is het
primaire digitaalprotocol. De volgorde van de digitaalproto-
collen is afnemend in mogelijkheden:
Prioriteit 1: mfx
Prioriteit 2: DCC
Prioriteit 3: DC
Opmerking: de digitale protocollen kunnen elkaar beïnvloe-
den. Voor een storingsvrij bedrijf is het aan te bevelen de
niet gebruikte protocollen met CV 50 te deactiveren. Deacti-
veer eveneens, voor zover uw centrale dit ondersteunt, ook
de daar niet gebruikte digitale protocollen.
Worden twee of meer digitaal protocollen op de rails
herkend, dan neemt de decoder automatisch het protocol
met de hoogste prioriteit, bijv. mfx/DCC, dan wordt door de
decoder het mfx-digitaalprotocol gebruikt (zie bovenstaand
overzicht).
Opmerking: let er op dat niet alle functies in alle digitaal-
protocollen mogelijk zijn. Onder mfx of DCC kunnen enkele
instellingen, welke in analoogbedrijf werkzaam moeten zijn,
ingesteld worden.
Aanwijzingen voor digitale besturing
• Het op de juiste wijze instellen van de diverse parame-
ters staat beschreven in de handleiding van uw digitale
Centrale.
• De vanaf de fabriek ingestelde waarden zijn zo ingesteld
dat de rij-eigenschappen optimaal zijn.
• Het bedrijf met tegengepoolde gelijkspanning in de afrem-
sectie is met de fabrieksinstelling niet mogelijk. Indien deze
eigenschap wenselijk is, dan moet worden afgezien van
het conventioneel gelijkstroombedrijf (CV 29/Bit 2 = 0).
Mfx-protocol
Adressering
• Een adres is niet nodig, elke decoder heeft een éénmalig
en éénduidig kenmerk (UID).
• De decoder meldt zich vanzelf aan bij het Central Station
of Mobile Station met zijn UID.
Programmering
• De eigenschappen kunnen m.b.v. het grafische scherm
op het Central Station resp. deels ook met het Mobile
Station geprogrammeerd worden.
• Alle configuratie variabelen (CV) kunnen vaker gelezen
en geprogrammeerd worden.
• De programmering kan zowel op het hoofdspoor als op
het programmeerspoor gebeuren.
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
hersteld worden.
• Functiemapping: functies kunnen met behulp van het
Central Station 60212 (met beperking) en met het Central
Station 60213/60214/60215 aan elke gewenste functietoets
worden toegewezen (zie het helpbestand in het Central
Station.
DCC-protocol
Adressering
• Kort adres – lang adres – tractie adres
• Adresbereik:
1 – 127 kort adres, tractie adres
1 – 10239 lang adres
• Elk adres is handmatig programmeerbaar.
• Kort of lang adres wordt via de CV gekozen.
• Een toegepast tractieadres deactiveert het standaarda-
dres.
Programmering
• De eigenschappen van de decoder kunnen via de confi-
guratie variabelen (CV) vaker gewijzigd worden.
• De CV-nummers en de CV-waarden worden direct inge-
voerd.
• De CV's kunnen vaker gelezen en geprogrammeerd
worden (programmering op het programmeerspoor).
• De CV's kunnen naar wens geprogrammeerd worden
(programmering op het hoofdspoor PoM). PoM is alleen
bij de in de CV-tabel aangegeven CV's mogelijk. De
programmering op het hoofdspoor (PoM) moet door uw
centrale ondersteund worden (zie de gebruiksaanwijzing
van uw apparaat).
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
hersteld worden.
• 14/28 resp. 126 rijstappen instelbaar.
• Alle functies kunnen overeenkomstig de functiemapping
geschakeld worden (zie CV-beschrijving).
• Voor verdere informatie, zie de CV-tabel DCC-protocol.
Het is aan te bevelen om het programmeren alleen op het
programmeerspoor uit te voeren.
13