5. Met OFF zet u alleen de compressor
uit. Om de stroom van het apparaat te
halen, moet u de stekker uit het
stopcontact trekken.
6. De omschrijvingen van de koelstan-
den zijn uitsluitend richtwaarden.
Bedrijfsparameters
1. Het apparaat kan de gewenste tem-
peratuur alleen produceren wanneer:
a. de gemiddelde omgevingstem-
peratuur past bij de klimaatklasse;
b. de deuren goed sluiten;
c. u de deuren niet te vaak en te lang
opent;
d. de deurafdichtingen in goede staat
zijn;
e. u een geschikte locatie heeft
gekozen;
f. het apparaat niet te vol is;
g. u geen warme of hete producten in
het apparaat legt.
Het kan nodig zijn om de temperatuur-
regelaar op een andere stand te zetten
om aan de bovenstaande eisen (a-g)
te kunnen voldoen.
2. Wanneer het in de zomer heel warm
wordt, wordt aanbevolen om de tempe-
ratuurregelaar waar nodig op de stand
MAX te zetten. Bij zeer sterke ijsvorming
kunt u de temperatuurregelaar weer
op een warmere stand zetten.
3. Hoge omgevingstemperaturen én
18
de koudste stand kunnen ertoe leiden
dat de compressor continu moet
werken om de temperatuur in het
apparaat op peil te houden.
4. Laat het apparaat regelmatig
ontdooien. IJsresten zorgen voor een
lager vermogen en een hoger
energieverbruik.
Glasplaten en deurplaten plaatsen
1. Om de glasplaten correct te kunnen
plaatsen, moet de neus van de
kunststof strip in de groef van de
geleidingsrail liggen.
2. Om de deurplaten correct te
kunnen plaatsen en uitnemen, moet u
de wand aan beide zijden naar binnen
drukken en vervolgens uitnemen
door hem omhoog te trekken.
IJsblokjes maken
Vul de ijsblokjeshouder voor drie-
kwart met water en leg de schaal op
de bodem van het vriesvak. Als de
ijsblokjes klaar zijn, zijn ze makkelijker
los te maken wanneer u de houder
even onder stromend water houdt.
Levensmiddelen bewaren in het
koelvak
• In het apparaat kunt u bereide maal-
tijden vers houden. Laat ze hier voor
eerst afkoelen op kamer temperatuur
voordat u ze in het apparaat legt.
Anders stijgt het energieverbruik en