Normale verschijnselen
De onderstaande verschijnselen zijn
normaal; hierbij is geen sprake van
een storing.
• Het is normaal dat de zijwanden
van het apparaat warm worden; dit
heeft te maken met de werking van
het koelcircuit. Het apparaat onttrekt
warmte aan de binnenruimte en voert
deze af via de oppervlakken van de
behuizing.
• Condenswater in/op het apparaat
kan ontstaan bij een hoge luchtvoch-
tigheid of een hoge buitentempera-
tuur.
• De koelvloeistof maakt een geluid
dat vergelijkbaar is met dat van stro-
mend water.
• Soms zijn er geluiden te horen die
worden veroorzaakt door inspuitin-
gen in het koelsysteem.
Opvallende geluiden
Bij de eerste ingebruikname of bij
hoge binnentemperaturen werkt de
compressor op hoog vermogen om
snel op de koeltemperatuur te komen.
Om continu op de ingestelde tempe-
ratuur te blijven, schakelt het appa-
raat van tijd tot tijd de compressor in.
Deze geluiden horen bij de werking
van het apparaat en worden automa-
tisch minder zodra het apparaat op
bedrijfstemperatuur gekomen is.
Brommend geluid
komt van de motor (compressor). Er
kan kortstondig iets meer geluid zijn
wanneer de motor aan gaat.
Klotsende/gorgelende of
snorrende geluid
is het koelmiddel dat door de buizen
stroomt.
Klikkend geluid
is te horen wanneer de compressor
aan of uit gaat.
Kloppende / knakkende geluiden
kunnen ontstaan door het automati-
sche ontdooien of doordat de onder-
delen van het koelsysteem uitzetten
of krimpen. Dit is het gevolg van
temperatuurschommelingen voor- en
nadat de compressor wordt aangezet.
Maatregelen bij stroomuitval
Maak de deur bij stroomuitval niet
open. Wanneer de uitval niet langer
duurt dan 15 uur, heeft deze geen
nadelige gevolgen voor de etenswa-
ren.
29