5
NL
1. Hendel ("lage" positie)
2. Hendel ("hoge" positie)
3. Hendelvergrendeling
4. Riemgeleider "B"
5. Riemgeleider "A"
6. Motorriemschijf
7. Riemschijf spanrol
8. Trekveer
9. Riemschijf transmissie
10. Stuurhendel kabel
11. Kabelklemschroef
Figuur 16
1
2
3
Positie hendel
Maak de hendelvergrendelingarm los (fig. 16). De hendel
kan in verschillende posities tussen "hoge" en "lage" gezet
worden (fig. 16). Vergrendel de hendelvergrendelingarm.
N.B.!
Zet de hendel in een positie die aangepast is aan u en aan
de bewerkingsomstandigheden. De hoogte verandert
wanneer de machine in de grond graaft.
WAARSCHUWING!
Schakel de motor af en verwijder de bougiekabel en het
deksel van de bougie (fig. 7) voor u de tanden met de
hand schoonmaakt. Wees voorzichtig: de tanden zijn
scherp.
BELANGRIJK!
Zet blokken onder de transmissie zodat de cultivator niet
kantelt.
Afstellen hoofdaandrijfriem
De riem heeft de juiste spanning als de trekveer ongeveer
1,5 cm uitgerekt is als de stuurhendel ingekoppeld is
(fig. 9). Deze spanning kan als volgt afjesteld worden:
a.
Maak de kabelklemschroef los die de
stuurhendelkabel op zijn plaats houdt (fig. 17).
b.
Schuif de kabel naar voren om de spanning te
verminderen en naar achteren om de spanning te
verhogen, doe dit tot de trekveer ongeveer 1,5 cm
uitgerfekt is.
c.
Vergrendel de kabelklemschroef.
Figuur 17
6
8
7
56
11
10
4 5
9