NL
Rev.2 15/07/2021
Pag.70
Probleem
De vlam gaat uit
De kachel stopt
automatisch
De pellet hoopt zich
op in de vuurpot en
de vlam is zwak
De rookgasafvoer
werkt niet
De luchtventilator
komt niet tot stil-
stand
De luchtventilator
gaat niet aan
Handleiding voor gebruik en onderhoud RBH 150 V - RBH 200 V
Oorzaken
Het pelletreservoir is leeg.
De pellet wordt niet geladen
De veiligheidsthermostaat
heeft ingegrepen.
Deur verbrandingskamer,
aslade open.
De druk van het water is te
hoog of te laag
De pellet is niet geschikt.
De verhouding lucht/pellet is
niet goed
De verbrandingskamer is vuil.
Er is een storing in de motor
van de rookgasafvoer.
De afvoer is verstopt
De deur is niet perfect gesloten
of de pakkingen zijn versleten.
Aanwezigheid alarm
De chronothermostaat is actief
De externe thermostaat is
ingeschakeld
De verbrandingslucht is onvol-
doende
De deur is niet perfect gesloten
of de pakkingen zijn versleten.
Het rookkanaal is verstopt.
De verhouding lucht/pellet is
niet goed
Pellet is vochtig of ongeschikt.
De motor afzuiging rookgassen
is defect.
De motor is defect
De kaart is beschadigd.
Rookgassonde is beschadigd
of defect.
De elektronische kaart is be-
schadigd.
Het product heeft niet de drem-
peltemperatuur bereikt.
De luchtventilator is defect
Mogelijke oplossingen
Laad de pellet in het reservoir.
Zie het voorgaande probleem.
Controleer of het water vrij is om in de kachel
en in het systeem te circuleren, door bijvoor-
beeld de afsluitkleppen te controleren. Laat de
kachel afkoelen, herstel de veiligheidsthermo-
staat, reset het alarm en schakel het toestel
weer in; neem contact op met de technische
assistentiedienst als het probleem aanhoudt.
Sluit de deur van de verbrandingskamer, de
aslade of de deksel van de vultrechter.
Controleer het hydraulisch systeem
Gebruik een type pellet dat door de fabrikant
wordt geadviseerd.
Regel de instelling van de "SET LUCHT-PEL-
LET": verlaag de set lucht en verhoog zo
nodig de set van de pellet.
Reinig de verbrandingskamer volgens de
instructies in de handleiding.
Verifieer en vervang de motor eventueel
Reinig het rookkanaal.
Sluit de deur en laat de pakkingen vervangen
door nieuwe, originele exemplaren.
Controleer de alarmtabel
Controleer of de chronothermostaat actief is.
Controleer de instellingen van de externe
thermostaat
Zorg ervoor dat de luchtinlaat in de omgeving
aanwezig en vrij is.
Sluit de deur en laat de pakkingen vervangen
door nieuwe, originele exemplaren.
Reinig het rookkanaal.
Regel de instelling van de "SET LUCHT-PEL-
LET": verhoog de set lucht en verlaag zo
nodig de set van de pellet.
Verwissel het type pellet.
Verifieer en vervang de motor eventueel.
Verifieer de motor, de condensator, en de
bedradingen en vervang ze eventueel.
Vervang de elektronische kaart.
Verifieer de werking van de sonde en vervang
die eventueel.
Vervang de elektronische kaart.
Wachten.
Vervang de ventilator.
Alarmmelding
AL 05
AL 06
AL 05
AL 06
AL 07
AL 07
AL 16
AL 05
AL 06
AL 05
AL 06
AL 05
AL 06
AL 04
AL 08
AL 05
AL 06
(Willekeurig alarm)
AL 04
AL 04