Halfautomatische modus verlichtingskanaal C1 + C2
Verlichting handmatig inschakelen met schakelaar S1 of S2, niet automatisch
inschakelen. Als het omgevingslicht donkerder is dan de ingestelde
lichtwaarde, worden de verlichtingskanalen op de ingestelde lichtwaarde
geregeld. Ze blijven aan zolang er beweging wordt gedetecteerd
en de hoeveelheid omgevingslicht niet hoger is dan de ingestelde
lichtwaarde. Is het omgevingslicht echter helderder dan de ingestelde
lichtwaarde, dan worden de verlichtingskanalen op 10 % lichtsterkte
ingesteld. Als er nu niet binnen 1 minuut wordt gedimd, dan schakelt
de verlichting weer automatisch uit. Als de verlichting wel wordt
gedimd, blijven de verlichtingskanalen aan zolang beweging wordt
gedetecteerd.
Als er geen bewegingen meer gedetecteerd worden, gaat de ingestelde
nalooptijd van start. Na afloop hiervan schakelt de verlichting uit als er
geen bewegingen meer zijn gedetecteerd. Optioneel kan kanaal S1 of S2
met behulp van de bijbehorende schakelaar in- of uitgeschakeld worden.
Halfautomatische modus HVAC-kanaal C3
Verlichting handmatig inschakelen met schakelaar S3, niet automatisch
inschakelen. Als er geen beweging meer wordt gedetecteerd, gaat de
nalooptijd van C3 van start. Na afloop hiervan wordt C3 uitgeschakeld.
Optioneel kan C3 met schakelaar S3 op elk moment in of uit worden
geschakeld.
Halfautomatische modus Gang verlichtingskanaal C1 – C2
Verlichting handmatig inschakelen met schakelaar S1 of S2, niet automatisch
inschakelen. Als het omgevingslicht donkerder is dan de ingestelde
richtwaarde, worden de verlichtingskanalen op de ingestelde
richtwaarde geregeld. Deze blijven aan zolang er beweging wordt
gedetecteerd en de hoeveelheid omgevingslicht niet hoger is dan de
richtwaarde. Is het omgevingslicht echter helderder dan de ingestelde
richtwaarde, dan worden de verlichtingskanalen op 100 % lichtsterkte
ingesteld. Ze blijven aan zolang er beweging wordt gedetecteerd,
ongeacht de hoeveelheid omgevingslicht. De verlichtingskanalen C1 + C2
kunnen niet met een schakelaar worden uitgeschakeld.
HVAC-kanaal C3
Het HVAC-kanaal C3 wordt onafhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht
ingeschakeld, maar wel op basis van gedetecteerde beweging. Als er
geen beweging meer gedetecteerd wordt, starten de nalooptijden van
de betreffende kanalen. HVAC-kanaal C3 kan handmatig met schakelaar S3
worden uitgeschakeld.
Oriëntatieverlichting
De oriëntatieverlichting is een regelbare basisverlichting. De lichtsterkte
is instelbaar tussen 10 % en 40 % van de volledige lichtsterkte.
Nabrandfunctie
De oriëntatieverlichting gaat aan als er geen beweging meer
gedetecteerd wordt en de ingestelde nalooptijd verstreken is.
De duur van de oriëntatieverlichting kan worden ingesteld.
Nachtlichtfunctie
Als het lichtniveau onder de ingestelde lichtwaarde komt en er geen
bewegingen worden gedetecteerd, gaat de oriëntatieverlichting aan.
Deze blijft ingeschakeld tot er beweging gedetecteerd wordt of tot de
vooraf ingestelde lichtwaarde overschreden wordt.
NL
35