5.3.2 Toevoerleiding
–
Sluit de toevoerleiding aan op de toevoeropening van de
pomp (Afb. 2).
–
De toevoerleiding moet minstens dezelfde doorsnede
hebben als de toevoeropening van de pomp om
belastingverliezen zo veel mogelijk te beperken, de
stromingssnelheid en het geluid
Afb. 2
Toevoeropening
Aanzuigopening
5.3.3 Aansluiting van de by-pass
–
De pomp mag niet werken met gesloten afsluiters, omdat
in deze omstandigheden de vloeistoftemperatuur zou
stijgen en er zich dampbellen in de pomp zouden vormen
met daaruit voortkomende mechanische schade. Als de
mogelijkheid bestaat, moet een bypass- of afvoercircuit
worden voorzien dat uitmondt in een opvangtank van de
vloeistof.
NEDERLANDS
te reduceren.
5.4 Minimum aanzuigdruk
De minimum aanzuigdruk "H" in meters opvoerhoogte die tijdens
de werking vereist wordt om pompcavitatie te voorkomen, kan
worden berekend volgens deze formule:
H
p
x 10,2 – NPSH – H
b
p
Luchtdruk in bar.
b
(De luchtdruk kan worden ingesteld op 1 bar).
In
gesloten
voorbelastingsdruk
aan.
NPSH
NPSH (Net Positive Suction Head) uitgedrukt
in
meters opvoerhoogte (af te lezen uit de
NPSH-curves op pag.50-51 ter hoogte van het
maximaal door de pomp geleverde debiet).
H
Belastingverlies in de aanzuigspruitstukken,
f
uitgedrukt
H
Dampdruk in meters opvoerhoogte, zie Afb. E
v
op pag.52.
t
= vloeistoftemperatuur.
m
H
Veiligheidsmarge
s
opvoerhoogte.
Als de resulterende waarde "H" positief is, kan de pomp
werken met een maximale aanzuighoogte van "H" meter
opvoerhoogte.
Als de berekende waarde "H" negatief is, is een minimum
aanzuigdruk van "H" meter vereist om cavitatie te
.
voorkomen
Voorbeeld
–
P
= 1bar
b
–
Type pomp: KC – KCV 200
–
Debiet: 24m³/h.
–
NPSH (van Afb.B op pag.50): 1,7 meter opvoerhoogte.
–
H
= 3,0 meter opvoerhoogte
f
–
Vloeistoftemperatuur: 20°C
–
H
(van Afb. E op pag.52): 0,24 meter opvoerhoogte.
V
–
H = p
x 10,2 – NPSH – H
b
(meter opvoerhoogte).
–
H = 1x10,2-1,7-3,0-0,24-0,5 = 4,8 meter opvoerhoogte.
Dit betekent dat de pomp kan werken met een verhoging
van de aanzuiging die gelijk is aan maximaal 4,8 meter
opvoerhoogte.
Berekende druk in bar: 4,8 x 0,0981 = 0,47 bar
Berekende druk in kPa: 4,8 x 9,81 = 47,1 bar
5.5 Maximum aanzuigdruk
De effectieve aanzuigdruk, opgeteld bij de druk van de pomp
in werking met gesloten toevoerklep, moet altijd lager zijn
dan de max. bedrijfsdruk.
31
– H
– H
f
v
s
systemen
geeft
van het systeem in bar
in meters opvoerhoogte.
=
min.
0,5
– H
– H
f
V
S
p
de
b
meter