Informatie Van Het Voorbeeld - Trix 16041 Manual Del Usuario

Informatie over het voorbeeld
De snelheidsroes die eind jaren ‚30 heerste, aangewakkerd
door de concurrentie met het vliegtuig en de auto, leidde
ook bij de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) tot
onderzoek om de snelheden van de sneltreinen sterk te
laten toenemen. De moderne locomotieven van de series 01
en 03 waren hiertoe niet geschikt, evenmin als de nog talrijk
beschikbare locomotieven van het type van de Länderbahn
met gecombineerde aandrijvingen.
De oplossing was een doorgedreven nieuwe constructie op
basis van de BR 03, een aandrijving met 3 cilinders met ho-
ger vermogen zorgde voor de nodige voorstuwing. Moderne
inzichten in de aerodynamica wezen bovendien op een grote
invloed van de luchtweerstand op de uiteindelijk bereikbare
snelheid en het daartoe nodige verbruik van kolen, wat met
een aerodynamische bekleding werd gecompenseerd. Deze
nieuwe, gestroomlijnde locomotief kreeg de aanduiding
BR 03.10. Het plan was om deze locomotief in te zetten op
trajecten met een asbelasting van maximaal 18 ton bij een
topsnelheid van 150 km/u.
Voor de bouw van de BR 03.10 werden in 1938 grote op-
drachten toegekend aan de bedrijven Borsig in Hennigsdorf
bij Berlijn, Krupp in Essen en Krauss-Maffei in München.
Maar van de 140 bestelde exemplaren werden slechts 60
stuks aan de Deutsche Reichsbahn geleverd. Net als de
BR 05 kregen de eerste locomotieven aanvankelijk een
roestrode kleurstelling, die later veranderde, toen men de
locomotieven zwart ging lakken. Na het einde van de oorlog
telde het bestand van de Deutsche Bundesbahn nog 26
exemplaren van de BR 03.10.
4