Voor De Installatie; Mechanische Installatie; Elektrische Aansluiting - Nidec Leroy-Somer LSPX Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 17
nl

VOOR DE INSTALLATIE

• De gebruiker moet een beoordeling maken van de elektrostatische risico's om te beantwoorden aan de eisen
van de gids IEC/TS 60079-32-1.
• Verzeker u van de overeenkomst tussen de aanduidingen op het typeplaatje, de explosiegevaarlijke omgeving,
de gebruikszone, de omgevingstemperatuur en de temperatuurklasse.
• De motoren moeten in hun oorspronkelijke verpakking worden opgeslagen in een dichte, droge (relatieve
vochtigheid<90%) en trillingvrije ruimte.
- Motoren voorzien van levenslang gesmeerde rollagers: maximale opslagperiode = 2 jaar; na deze periode de
rollagers door identieke exemplaren vervangen.
- Motoren met smeernippels (zie algemene handleiding ref. 5725).
• Controleer of de ventilatiekap geen sporen van schokken vertoont.

MECHANISCHE INSTALLATIE

• De motoren zijn in de fabriek voorzien van veiligheidsetiketten die altijd leesbaar moeten blijven.
• Voor de ingebruikneming dient het condensvocht verwijderd te worden (zie § « regelmatig onderhoud »).
• Houd de toestand van alle pakkingen in de gaten en vervang deze regelmatig, indien nodig (minstens 1 keer per jaar
voor de motoren Ex tb en Ex tc). Bij alle werkzaamheden waarbij de motor uit elkaar moeten worden genomen, alle
pakkingen na reiniging van de onderdelen door originele vervangen. Bij het passeren van de as er voor zorgen dat de
pakkingen niet beschadigd worden bij de ingang van de spieën en de flenzen.
• De riemen moeten antistatisch zijn en moeilijk open vuur verspreiden.
• De overgangspakkingen moeten beschermd worden tegen licht.
• Wanneer de motor functioneert in de positie waarbij zijn aseinde tegenover de ventilator naar beneden gericht
is, moet het voorlagerschild uitgerust zijn met een thermische sonde.

ELEKTRISCHE AANSLUITING

• De kabelingangen of niet-gebruikte leidingen moeten vervangen worden door schroefdoppen van een door
het concern goedgekeurd of gecertificeerd type zijn, waarbij de toepassing (gas en/of stof) en de bijbehorende
temperatuurklasse minstens overeenkomen met die van de plaats van het apparaat. Bij hun montage moeten de
voorschriften van hun instructiehandleidingen in acht genomen worden.
• Bij een variant met aan elkaar verbonden kabel(s) moet de motor buiten de explosiegevaarlijke omgeving
aangesloten worden of beschermd worden door een IP die minstens bij de toepassing hoort, terwijl de
temperatuurklasse minstens overeenkomt met die van de plaats van het apparaat (zie de aanwijzingen op het
kenplaatje).
• De spanning en de voedingsfrequentie moeten overeenkomen met de op het kenplaatje van de motor
vermelde waarden.
• Voor de motoren die via een stroomnet worden aangedreven: de tolerantie is ±10% over de toegestane
spanning en de frequentietolerantie ±1%. Raadpleeg ons voor alle andere voedingsvoorwaarden.
• Voor de motoren die via een regelaar worden aangedreven: de tolerantie is ±10% over de toegestane spanning
op de motorklemmen. Zie de aanwijzingen op het/de plaatje(s) van de regelaar. De temperatuurclassificatie
werd gerealiseerd met IGBT-regelaar, golfvorm PWM, min. schakelfrequentie = 3 kHz, U/f constant met
open lus. In het geval van een regelaar met spanningsval en een continue werking (minstens 1 uur) in het
frequentiebereik 45-50 Hz T/Tn = 95 % nemen.
• De keuze van de aansluitkabels wordt bepaald door de installatienormen en -regels die van toepassing zijn op
de plek waar het materiaal geïnstalleerd is, door de stroom, de spanning, de lengte, de temperatuur, "T.kabel"
(indien op het kenplaatje van de motor aanwezig is).
• De aansluiting moet voldoen aan de door de normen voorgeschreven installatievoorschriften, de geldende
regelgeving wordt toegepast onder de verantwoordelijkheid van een bevoegde persoon die zich moet
vergewissen:
- van de conformiteit van het aansluitkastje (beveiligingsmodus Ex, IP, IK enz ...).
- van de conformiteit van de aansluiting op de klemmenstrook en de aanspankoppels.
• De voor de aansluiting van de kabels gebruikte schroeven moeten dezelfde eigenschappen hebben als de klemmen
of de staafjes van de isolatoren (bijvoorbeeld geen stalen schroeven op klemmen van messing monteren).
• Het aarden van de hoofd- en eventuele hulpmotor is verplicht en moet gebeuren conform de van kracht zijnde
regelgeving.
• Wanneer de motor is voorzien van een hulpventilator, moet de hulpmotor van een voor de groep gecertificeerd type
zijn, waarbij de toepassing (Ex tb) en de temperatuurklasse minstens overeenkomen met die van de hoofdmotor.
De voedingen van de 2 motoren moeten zodanig met elkaar verbonden zijn dat het onder spanning brengen van
de hoofdmotor verplicht ondergeschikt is aan het onder spanning brengen van de hulpmotor. Het uitschakelen van
de hulpmotor moet tot het spanningloos maken van de hoofdmotor leiden. De installatie moet over een voorziening
beschikken die de werking van de hoofdmotor verbiedt wanneer er geen ventilatie is.
• Bij de service S1 zijn er 3 startpogingen na elkaar mogelijk wanneer de machine koud is en 2 wanneer deze
warm is. Het max. aantal startpogingen verdeeld over een uur is 6. Wanneer het starten vaak moeilijk gaat,
kunnen de motoren voorzien worden van een thermische beveiliging (ons raadplegen).
• Wanneer de thermische sondes in het materiaal verplicht zijn (om de maximale oppervlaktetemperatuur nooit te
bereiken), moeten deze verbonden worden met een voorziening (aanvullend en functioneel onafhankelijk van elk
systeem dat nodig zou kunnen zijn omwille van de werking in normale omstandigheden) die de stroom naar de
motor onderbreekt.
27

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Leroy-somer flspxLeroy-somer lsesLeroy-somer flses

Tabla de contenido