Onderdelen en
bedieningselementen
Zie voor nadere bijzonderheden de pagina's waarnaar tussen
haakjes wordt verwezen.
Voorkant van het LCD-scherm
Zijaanzicht van het LCD-scherm
1
MENU
OK
MENU
INPUT
ECO
2
3
OK
4
INPUT
5
ECO
6
MAIN POWER
7
Achterkant van de schermstandaard
A 1 (stroom) schakelaar en 1 (stroom) indicator
(pagina's 8, 17, 22)
Deze schakelaar zet de monitor aan wanneer de 1 (stroom)
indicator rood oplicht. Druk nogmaals op deze schakelaar om
de monitor uit te zetten.
Druk op de MAIN POWER schakelaar (7) wanneer de 1
(stroom) indicator niet oplicht.
B MENU toets (pagina 11)
Met deze toets wordt het menuscherm in- en uitgeschakeld.
C m/M toetsen (pagina 11)
Met deze toetsen kunt u de menuonderdelen selecteren en
wijzigingen maken.
D OK toets (pagina 11)
Met deze toets activeert u het geselecteerde menuonderdeel
en de wijzigingen die zijn gemaakt met de m/M toetsen (3).
E INPUT toets (pagina 10)
Met deze toets kunt u het video-invoersignaal schakelen
tussen INPUT1, INPUT2 en INPUT3 als er twee computers
zijn aangesloten op de monitor.
F ECO toets (pagina 18)
Met deze toets kunt u het stroomverbruik beperken.
G MAIN POWER schakelaar (pagina 8)
Met deze schakelaar wordt de monitor in- en uitgeschakeld.
H Achterdeksel (pagina 6)
Verwijder dit deksel om kabels of snoeren aan te sluiten.
8
NL
5