x SMOOTHING aanpassen
Wanneer de kwaliteit van het beeld dat met MAXIMAAL2 of
MAXIMAAL1 van ZOOM niet goed is, moet u de
smoothing-functie gebruiken.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om
te selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELDREGELING menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "SMOOTHING" te kiezen
en druk vervolgens op de OK toets.
Het SMOOTHING menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste stand te
kiezen.
Het smoothing-effect wordt sterkt met
TEKSTtSTANDAARDtGRAFISCH.
• TEKST: om tekens scherp te laten verschijnen. (Deze
stand is geschikt voor tekst-toepassingen.)
• STANDAARD (standaardinstelling): standaard
smoothing-effect (vooringesteld smoothing-
effect)
• GRAFISCH: om beelden scherp te maken. (Deze stand is
geschikt voor CD-ROM software zoals foto's of
illustraties.)
Opmerkingen
• Wanneer u het
(ZOOM) menu op NORMAAL zet, is het
"SMOOTHING" menu niet beschikbaar.
• 1600 × 1200 resolutiesignalen verschijnen alleen in de NORMAAL
stand en SMOOTHING is niet mogelijk.
SCHERM menu (alleen analoog
RGB-signaal)
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het SCHERM
menu.
• AUTO
• FASE
• PITCH
• H CENTRERING
• V CENTRERING
Opmerking
Als u digitale RGB-signalen ontvangt via de DVI-D-ingang, hoeft u
geen wijzigingen aan te brengen.
(BEELDREGELING)
S C H E R M
AU TO
FA S E
P T C H
I
H C E N T R E R I N G
V C E N T R E R I N G
1 6 0 0
x
1 2 0 0
/
6 0 H z
E X I T
x De beeldkwaliteit automatisch aanpassen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de
beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast
zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt (pagina 18).
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, werkt alleen de 1 (stroom) schakelaar.
Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de functie
voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal verder
automatisch aanpassen. Zie "AUTO" hieronder.
Als u de beeldkwaliteit nog verder moet aanpassen
U kunt de beeldscherpte (fase/pitch) en -positie (horizontale/verticale
positie) handmatig aanpassen.
Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en
automatisch opgeroepen wanneer de monitor een eerder
ontvangen en geregistreerd ingangssignaal ontvangt.
x De beeldkwaliteit voor het huidige
ingangssignaal verder automatisch
aanpassen (AUTO)
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "AUTO" te selecteren en
druk op de OK toets.
Pas de fase, pitch en horizontale/verticale positie van het
scherm aan voor het huidige ingangssignaal en sla deze
aanpassingen op.
x De beeldscherpte handmatig aanpassen
(Fase/Pitch)
U kunt de beeldscherpte als volgt aanpassen. Deze aanpassing is
effectief wanneer de computer is aangesloten op de HD15 ingang
(analoog RGB) van de monitor.
1 Stel de resolutie op de computer in op 1600 × 1200.
2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
3 Start de CD-ROM, selecteer het land/de regio en het
model en geef het testpatroon weer.
Voor Windows
Klik op [Utility] t [Windows]/[Win Utility.exe].
Voor Macintosh
Klik op [Utility] t [Mac]/[Mac Utility].
4 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
(SCHERM) te
NL
13